Volgens Rinus Israel is NEC niet kansloos

Vandaag in de Gelderlander

Volgens Rinus Israel is NEC niet kansloos
Oud-trainer Dinamo Boekarest niet kapot van Roemeens voetbal.

Hij schudt beslist het hoofd. Rinus Israel (66) komt don­derdag niet naar de Nijmeegse Gof­fert, waar NEC het in de eerste ronde van de UEFA Cup opneemt tegen Dinamo Boekarest. Zestien jaar geleden bezorgde de oud-inter­national de Roemeense voetbal­club de landstitel. Maar bij Dina­mo hebben ze hem na dat ene sei­zoen nooit meer gezien. „ Een bouwvakker gaat toch ook niet steeds terug om te kijken of alles er nog staat”, klinkt het droogjes.

Hij was destijds de eerste Neder­landse trainer in Roemenië. „En de laatste”, glimlacht Israel. „Het was een paar jaar na de revolutie. Leo Beenhakker vroeg of ik naar Dinamo zou willen. Waarom niet, dacht ik. Ik had in Nederland geen club en wilde graag trainer blijven. Ik zag Dinamo voor het eerst in de eerste ronde van de UEFA Cup. Schakelden ze Sporting Lissabon uit. Er stond een goed elftal. Ik te­kende gelijk een contract voor een seizoen.”

Erg veel schouderklopjes wil de te­genwoordige scout van Feyenoord trouwens niet meer hebben voor zijn enige landskampioenschap als trainer. „ Een coach is zo goed als zijn spelers die op het veld staan,” zegt Israel in de Brasserie van De Rotterdamse Kuip. Een jaar lang woonde hij in het statige hotel Boekaresti. „Ik had een mooie sui­te met keukentje. En een auto met chauffeur. Die bracht me overal naartoe. Vond ik prima zo. Ik hou niet van grote huizen. Zeker niet als ik alleen ben. En een eigen au­to had ik ook niet nodig. Een keer heb ik er eentje gehuurd. Ben ik met mijn vrouw naar Constanza gereden. Dat was het wel.”

Een week in de maand kwam de echtgenote van Israel naar Boeka­rest. „ En de andere weken belde ik haar elke dag. En naar mijn doch­ter. Dat hele jaar heb ik me maar een keer echt eenzaam gevoeld. Dankzij een lange winterstop was ik vier, vijf weken thuis geweest. Toen werd ook mijn kleindochter geboren. De eerste avond terug in mijn hotel zag ik het even hele­maal niet meer zitten. Ik belde mijn vrouw. Hing een treurig ver­haal op, ging naar de hotelbar ­waar ik anders nooit kwam – en trof daar twee Nederlandse vracht­wagenchauffeurs. Ik had alle geluk van de wereld. Voor het eerst zag ik landgenoten in dat hotel. We hebben de hele avond gekletst, een biertje gedronken en een beet­je jolig ging ik weer naar mijn ka­mer. De volgende dag zag ik het weer helemaal zitten.”

Omdat bondscoach Dick Advocaat hem overhaalde naar de KNVB te komen, vertrok Israel alweer na één seizoen uit Roemenië. En hoe­wel hij er nooit meer terugkeerde, bekijkt hij wekelijks de uitslagen van zijn oude club. En eind vorige maand koppelde het lot Dinamo dan aan de ploeg van Mario Been. „Leuk voor NEC, want nu hebben ze in elk geval een kans om verder te komen,” zegt Israel met een sta­len gezicht. Van de huidige Roe­meense voetballer heeft hij geen hoge pet op. „De Roemeense com­petitie is minder geworden. De toppers en de spelers daaronder vertrekken naar het buitenland. Roemenen zijn technisch vaardige voetballers, maar onder druk, als het echt moet, wordt het gelijk alle­maal minder. Kijk naar Roeme­nië- Nederland op het afgelopen EK. Toen moesten ze winnen en werd het helemaal niks.”

Maar hoe het ook zal aflopen tus­sen NEC en Dinamo Boekarest, Is­rael zal het niet ‘live’ meemaken. „ Ik kijk eerst om zeven uur naar Feyenoord en om negen uur is vol­gens mij Ajax. NEC zit tussen die twee in, toch? Dan zie ik het wel in de samenvatting bij Studio Sport.”

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.