De Gelderlander van vandaag Feyenoord-NEC

Kuip scandeert naam van Been
Voor het eerst in tien jaar zegeviert NEC bij Feyenoord.

Zelfs uit de grootste misère weet een Feyenoord- sup­porter nog wel iets positiefs te ha­len. Toen NEC gistermiddag in blessuretijd op een 1-3 voorsprong kwam, begon het Legioen luid­keels de naam van Mario Been te scanderen. Het vak met de Nij­meegse aanhang zong natuurlijk vrolijk mee; voor het eerst sinds 1998 pakte NEC drie punten in De Kuip.

De spreekkoren aan het adres van de NEC-trainer leken haast een verzoek om terug te keren naar de moederschoot. Been, kind van Rot­terdam en groot geworden bij Feyenoord, is zeer geliefd bij de aanhang van de arbeidersclub. Ve­len zien in hem een ideale opvol­ger voor Bert van Marwijk, die vrij­wel zeker bondscoach wordt. Hoewel Been, sinds kort in het be­zit van een plaats voor het leven in De Kuip, met volle teugen ge­noot van het warme bad dat hem ten deel viel, weigerde hij in te gaan op dergelijke bespiegelingen. „ Op de eerste plaats hebben ze hier nog een trainer”, zei hij met een hoofdknikje in de richting van zijn oude leermeester Bert van Marwijk. „Bovendien sta ik nog twee jaar onder contract bij NEC. Ik zie daar voldoende groeimoge­lijkheden. Zeker als we ons van de zomer op een paar plekken gericht kunnen versterken.”

Pal naast hem aan tafel keek Van Marwijk beduidend minder vro­lijk. „Ik dacht dat de gifbeker leeg was, maar kennelijk is dat niet het geval. We begonnen heel goed, speelden een prima eerste helft en dan is het erg bitter dat je toch ver­liest.” NEC mocht gisteren van geluk spreken dat het in de openingsfase overeind bleef. „ Als het na een kwartier 2-0 staat, hebben we niks te zeggen”, erkende Been. „ Geluk­kig hield Gábor Babos ons in die periode op de been.” Sterker nog: na dat eerste kwartier was het NEC dat op voorsprong stond. Jeremain Lens, opnieuw nauwelijks af te stoppen, brak over de rechterflank uit. Jhon van Beu­kering liet de lage voorzet slim lo­pen, waarna Brett Holman de hoek voor het uitkiezen had: 1-0.

NEC kwam daarna geruime tijd niet meer aan voetballen toe en het was niet meer dan logisch dat Feyenoord in de 39ste minuut op gelijke hoogte kwam. Na een enor­me scrimmage viel de bal voor de voeten van Giovanni van Bronck­horst die hard en doeltreffend uit­haalde: 1-1. Na de hervatting gooide Been het over een andere boeg. Hij verving de statische spits Van Beukering door de beweeglijke middenvelder Lorenzo Davids. Een effectieve ma­noeuvre, want Feyenoord creëerde in het tweede bedrijf geen enkele kans meer, terwijl NEC er min­stens een half dozijn kreeg. Het was dan ook een kwestie van tijd voor de bezoekers zouden toe­slaan. Het waren drie verdedigers die de ban braken. Een vrije trap van Youssef El-Akchaoui werd door Peter Wisgerhof teruggelegd, waarna Jonas Olsson koppend voor 1- 2 zorgde. In blessuretijd strooide Jeremain Lens, gestart vanuit buitenspelpositie, nog wat zout in de Rotterdamse wonden door op pesterige wijze de 1-3 eind­stand op het scorebord te brengen. Been keerde na afloop snel terug op aarde. „Dit is heel mooi. We mogen nu even genieten. , maar er volgen nu drie wedstrijden (tegen De Graafschap, Sparta en VVV) die minstens even belangrijk zijn. Het is een rare competitie, we zijn nog lang niet veilig.” NEC zegevierde tegen Feyenoord alweer voor de derde maal dit ka­lenderjaar op vreemde bodem. Eerder won de Nijmeegse ploeg ook bij Heracles en Heerenveen.

Babos heeft de topvorm te pakken
Doelman NEC heerst tegen Feyenoord als een vorst in ‘eigen zestien’.

De bal was nog niet aan het rollen gebracht toen Gá­bor Babos zijn eerste huldeblijk al te pakken had. Op weg naar zijn strafschopgebied werd de doelman van NEC door de aanhang van Feyenoord achter het doel met een warm applaus onthaald. „ Ze waren me kennelijk nog niet verge­ten”, zei de Hongaar die twee sei­zoenen bij Feyenoord speelde, na de 3-1 overwinning.

Twee keer had hij zelf de handen op elkaar gebracht. „ Dat vond ik genoeg. Ik wilde me concentreren op de bal.” Dat lukte gisteren geweldig. Babos had in de eerste twintig minuten enkele perfecte reddingen in huis, die NEC in de wedstrijd hielden en de Feyenoorders bijkans tot wanhoop brachten. De doelman is na een aarzelend begin van het sei­zoen weer helemaal terug op zijn oude niveau. „ Ik zit ook lekker in mijn vel”, beaamde de sluitpost. „Na die dramatische wedstrijd te­gen Willem II (3-0 nederlaag op 30 december van het vorig jaar, red) zijn we een paar dagen op va­kantie naar Zwitserland gegaan. Daar, in de bergen, heb ik de knop omgezet. En ik niet alleen. De hele ploeg heeft iets afgesloten. Zoals we voetballen in 2008. Niet te ver­gelijken met de wedstrijden daar­voor. Alleen voor de beker tegen Zwolle. Toen hadden we een off-day. Maar voor de rest. Het staat.”

Als een vorst heerste hij gisteren in zijn eigen ‘zestien’. Niet te passe­ren leek hij op de doellijn. Alleen Giovanni van Bronckhorst had na 38 minuten een opening gevon­den en met een droge knal voor de gelijkmaker gezorgd. Met een woest gebaar had hij na die goal de bal van zich afgegooid. „Ik was woedend”, wist Babos. „ Omdat het ons weer gebeurde uit een standaardsituatie. Het leek wel bowlen. Die bal stuiterde alle kan­ten op, maar nooit uit ons straf­schopgebied.” De tweede keer dat hij zich liet gaan, incasseerde de keeper gelijk een gele kaart van scheidsrechter Nijhuis. „Bij een corner werd er een overtreding op mij gemaakt. Maar hij reageerde niet. ‘Je moet in De Kuip net zo fluiten als je in elk ander stadion zou doen’, beet ik hem toe. Die kaart pakte ik be­wust. Wist ik zeker dat ik daarna kon tijdrekken zonder tegen een tweede kaart op te lopen. Zou-ie nooit doen.”

De glimlach leek op zijn gezicht ge­beiteld. Babos genoot. Van de over­winning én van de manier waarop ze gespeeld hadden. „Feyenoord is nog steeds een topploeg. Negentig procent van de tegenstanders ver­laat dit stadion zonder punten. Maar wij hebben het vandaag per­fect gedaan. In de rust zeiden we het al tegen elkaar. Het stond 1- 1. Niks aan de hand. We moesten blijven voetballen. En dat hebben we gedaan. Nu twee keer thuis te­gen De Graafschap en Sparta. Toch weer anders. Wij moeten dan het spel maken. En vooral niet denken dat we er al zijn. Want dit is de raarste competitie ooit. Er valt echt niks meer te voorspel­len.”

Alle ballen achterin zijn voor Wisgerhof
Als eerste was hij gis­termiddag bij de bus van NEC. Peter Wisgerhof had een perfecte wedstrijd tegen Feyenoord achter de rug. „ Alle hoge ballen waren voor mij”, zei de centrale verdedi­ger. En na enig nadenken. „En die lage eigenlijk ook.” Aan de andere kant van het veld was hij ook nog eens erg belang­rijk geweest. „ Ik wenkte Youssef bij die vrije trap. Prompt legde hij die bal perfect bij de achterlijn. Ik zag Jonas vrij komen, kopte terug en we stonden met 2-1 voor.”

De goal was verdiend, vond de aanvoerder. „Voor rust hebben we misschien een paar keer geluk ge­had. Konden we nog net een schot blokken. Zoals bij die ene kans van Makaay. Maar op basis van wat we in de tweede helft hebben laten zien, is dit terecht. De stijgen­de lijn hebben we na de winter­stop ingezet en we houden die vast. Ook al omdat we steeds met dezelfde elf spelen.” Voor het begin van de wedstrijd had Mario Been al gezien dat zijn elftal er klaar voor was. „Hij vond dat we er ontspannen bij zaten”, zei Wisgerhof. Maar toch ging het in de allereerste minuut al bijna mis en redde Nalbantoglu ten kos­te van een corner. „ Ongelooflijk. Het lijkt wel of we daar patent op hebben. Om gelijk na de aftrap een grote kans weg te geven.” Het was misschien een klein smet­je op een verder perfect optreden van Wisgerhof die Roy Makaay geen schijn van kans gegeven had. „Dat is alleen maar mooi. Dat je een spits van zijn klasse bijna niet aan de bal laat komen”, glunderde de verdediger.

Davids schudt de twijfels van zich af
Hoe snel kan het gaan. Twee weken geleden was Lo­renzo Davids alles nog kwijt. Thuis tegen Excelsior mocht hij nog invallen, maar zocht de mid­denvelder vergeefs maar zijn onver­zettelijkheid, zijn duelkracht, de durf om vooruit te voetballen. De jeugdinternational was een vat vol twijfels, maar schudde afgelo­pen maandag de onzekerheid van zich af met een puike wedstrijd bij Jong NEC dat AZ in bedwang hield. Op de tribune in Alkmaar zag Mario Been dat het goed was en toen de wedstrijd gisteren te­gen Feyenoord om een tactische wissel vroeg, aarzelde hij niet om Davids in te brengen.

„Ik had eerst niet het idee dat ik in het veld zou komen”, bekende Da­vids. „We stonden met 1-0 voor. Er was weinig aanleiding om te wisselen. Maar vlak voor de rust, toen Feyenoord op 1-1 was geko­men, zei Been: ‘Jij komt er in’.” En terwijl de basisispelers de kleedkamer opzochten, gebruikte Davids de pauze voor een war­ming- up. „Ik kwam erin voor Van Beukering. Jhon is meer een spits die de bal kan vasthouden. Ik moest in de rug van Jeremain spe­len. Hem voeren. Vaker de diepte insturen. Er voor zorgen dat hij be­ter in de wedstrijd kwam.” Davids slaagde niet alleen in die opzet, maar buffelde ook als van­ouds, won zijn duels en straalde de verbetenheid uit die hem zo kenmerkt. „Het moest er weer een keer van komen. En wat is er dan mooier om het uitgerekend hier in De Kuip te laten zien”, glunderde de oud-Feyenoorder.

Nalbantoglu heeft zijn administratie op orde
Op slag van rust in­casseerde Muslu Nalbantoglu giste­ren tegen Feyenoord een gele kaart na een te late tackle op De Guzman. Geschorst voor De Graaf­schap, noteerden ze op de bank van NEC, maar Nalbantoglu wist wel beter. „Dit was mijn zesde. Nog niks aan de hand”, zei de ver­dediger. Anders ligt dat voor De Graafschap-verdediger Stephan Keller. Die kreeg rood tegen Wil­lem II en mag zaterdag niet spelen.

Lens is ontevreden over zijn eerste helft
Zijn treffer tegen Feyenoord (de 3-1 in blessuretijd) betekende alweer de zesde van het seizoen. Nog twee en Jeremain Lens nestelt zich naast clubtopsco­rer Jhon van Beukering, maar de aanvaller stond liever even stil bij zijn eerste helft. „Want toen speel­de ik ronduit slecht. Te weinig diepgang. Te weinig de bal kun­nen afschermen. Ik was niet tevre­den. In de tweede helft hing het beter. Gelukkig wel.”

Vader zet Brett Holman op het juiste spoor
Zijn vader had het onlangs nog tegen hem gezegd. „Hij vond dat ik mijn acties vooral op het middenveld maakte. Ter­wijl ik de meeste dreiging heb als ik voorin opduik”, zei Brett Hol­man die gisteren tegen Feyenoord zien vierde doelpunt van 2008 liet noeteren. „Ik zag Jeremain gaan, keek naar De Guzman en wist ge­lijk dat die niet zou meelopen. En toen dat overstapje van Jhon. Echt perfect.”

Bron: De Gelderlander

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.