Zes jonge NEC’ers, bijna allemaal van Belgische origine, verblijven in een flatje aan de Molenweg. „ Je laat je vrienden natuurlijk niet op straat staan”, zegt Naim Aarab, die al in de Nijmeegse hoofdmacht debuteerde.
Het is gezellig druk in het appartement van Saïdi Ntibazonkiza en Naim Aarab. De twee jonge NEC’ers, die al meer dan een halfjaar lief en leed delen in hun bescheiden optrekje aan de Nijmeegse Molenweg, moeten momenteel wat meer inschikken dan anders. Sinds afgelopen weekeinde zijn er namelijk nog vier Belgische voetballers ingetrokken in het tweekamerflatje. En ook Aarabs Brusselse vriendin Jessica logeert deze week bij haar verloofde. „ Het is efkes op de tandjes bijten”, vertelt de jonge verdediger die bij NEC inmiddels is doorgedrongen tot de A-selectie. „ Anderzijds, het is ook wel gezellig. Maar pas op, we zijn niet naar Nijmegen gekomen om te feesten, we willen hier betere voetballers worden.”
Sami Buyuktopac, Roddy Kambala, Sabri Gharbi en Alexandre Badibanga bereiden zich sinds afgelopen maandag met het beloftenteam van NEC voor op het nieuwe seizoen. De eerste drie zijn voor een jaar onder de pannen bij Jong NEC, de in Zwitserland geboren Badibanga moet komende week nog een proefwedstrijd spelen.
Evenals Aarab komen de vier voetballers uit Brussel. En net als hun jeugdvriend – ze komen allemaal uit hetzelfde deel van de Belgische hoofdstad – hebben ze zelf de stoute schoenen aangetrokken en zich bij NEC aangemeld.
Aarab speelde tot vorig jaar in de jeugd bij Anderlecht. Toen de jonge verdediger het idee kreeg dat hij bij ‘ paarswit’ geen echte kans zou krijgen, ging hij op zoek naar een club die hem wel de gelegenheid kon bieden zijn ambities waar te maken. Omdat hij meende dat het Nederlandse voetbal hem wel zou liggen, maakte hij via internet een rondje langs de clubs in de eredivisie. Zijn oog viel op NEC. „Vanwege de truitjes”, vertelde hij dit voorjaar na zijn debuut in de Nijmeegse hoofdmacht tegen Vitesse.
Aarabs voorspoedige ontwikkeling bij NEC bleef natuurlijk niet onopgemerkt bij zijn Brusselse vrienden. Sami Buyuktopac, Roddy Kambala en Sabri Gharbi hadden ook wel oren naar een Hollands avontuur en vroegen Aarab of hij geen stage kon regelen bij NEC.
Deze beval het drietal van FC Brussels ( het vroegere RWDM) aan bij trainerWim Rip van Jong NEC.
Na een paar proeftrainingen stak Rip zijn duim omhoog. Waar heb je een goed scoutingsapparaat voor nodig als talentvolle voetballers zichzelf aan komen aanbieden?
Omdat de vier jongeWalen nog geen eigen woonruimte hebben in Nijmegen, zijn ze bij Aarab en Ntibazonkiza ingetrokken. Het is krap in het flatje, maar iedereen accepteert de ongemakken zonder problemen.
Aarab: „ Je laat je vrienden natuurlijk niet op straat staan. Binnenkort wordt het gemakkelijker. Ik ben al een tijdje aan het kijken naar een appartement voor mijzelf en ook Sami gaat een eigen ruimte zoeken. We zullen er dan wel allemaal iemand bij moeten nemen, we zijn financieel nog niet zo ver dat we het ons kunnen veroorloven ieder een eigen huis te kopen.”
Afgelopen maandag kregen Buyuktopac, Kambala, Gharbi en Badibanga hun eerste training. Van Leen Looyen, die een paar dagen waarnam voor trainer Rip. De vier Walen zijn zeer te spreken over de aanpak van de voormalig technisch directeur. „Een correcte man”, vertelt Buyuktopac. „Houdt van discipline. Zijn manier van trainen bevalt ons uitstekend.”
Aarab valt hem bij: „Bij Anderlecht was het in de voorbereiding alleen maar lopen, lopen, lopen.
Hier worden bijna alle oefeningen met de bal gedaan. Dat is voor een voetballer veel leuker.”
Hoewel de ervaringen nog erg pril zijn, is de eerste week in Nederland ze goed bevallen. „ Nijmegen is een leuke stad. Veel rustiger dan Brussel. En de mensen zijn erg aardig tegen ons”, vindt Sabri Gharbi. De vier nieuwelingen spreken nog geen Nederlands, maar dat zal niet lang duren, verwacht Aarab. „ Ze vinden het belangrijk om de taal snel onder de knie te krijgen. Daarom krijgen ze vanaf september Nederlandse les. Omdat ik de taal al vrij goed beheers, ga ik dan een andere cursus doen, misschien wel Engels, Duits of Spaans.” Behalve Badibanga, die christelijk is opgevoed, is deWaalse enclave aan deWaal islamitisch getint. Ook Jessica, blond en Vlaams, is bekeerd tot de islam. Aarab: „Vijf keer per dag bidden we. En morgen gaan we met zijn allen naar de moskee, hier niet ver vandaan. Eind september begint de ramadan. Dan is het extra prettig dat je er niet alleen voor staat.”
Bron: De Gelderlander
