Superboer uit Oldenzaal

Wilfried Brookhuis kijkt uit naar duel NEC tegen De Graafschap.

Vanavond is het De Graafschap – NEC. Voorlopig zijn de Doetinchemmers de besten van Gelderland. In De Goffert is Wilfried Brookhuis ( 46) naast Jhon van Beukering de enige met een verleden als ‘ Superboer’. Het hoofd opleidingen / keepers­trainer trapt af met een verrassen­de bekentenis. „Vroeger had je de geselecteerde jeugd. Speelde ik met Quick’20 A1 tegen NEC A1. Op weg naar het amateurveld liep ik dan altijd gauw even de trap op. Kon je zo in het stadion kijken. Ik vond De Goffert een echt voetbal­stadion. Je had De Kuip in Rotter­dam. En het stadion van NEC. Ik vond het groot. Er kleefde historie aan. Hier wil ik ooit spelen, dacht ik dan bij mezelf.”

Maar begin jaren tachtig hebben de Nijmegenaren zich nog niet aangesloten bij het rijtje clubs dat belangstelling heeft voor de jeugdi­ge keeper die doorgedrongen is tot de hoofdmacht van de amateur­hoofdklasser. „Ik kon kiezen uit Vitesse, FC Twente, Heracles en De Graafschap”, zegt Brookhuis, die zijn eerste profcontract tekent bij de laatste. „Ik koos voor speel­minuten. Bij De Graafschap heb ik vanaf wedstrijd één gespeeld.” Het was een ploeg van de man­nen. „Pieneman, Kelderman, Tren­telman, Peitsman”, dreunt hij het rijtje op. „ John Trentelman stond samen met Hans Loovens centraal achterin. Als John riep dat hij even de dekking zou overnemen, wist ik al hoe laat het was. Keek ’ie even naar de grensrechter en dan kreeg die spits een koek. Ik zag het gewoon gebeuren.”

Omdat de doelman in de nacom­petitie van zijn tweede seizoen zelf tegen een ‘koekie’ aanloopt van RKC- spits Leo van Veen, mist Brookhuis de allesbeslissende wed­strijd tegen zijn huidige werkgever NEC. De Nijmegenaren hebben aan één punt voldoende om via de nacompetitie te promoveren naar de eredivisie. Op aandringen van beide voorzitters neemt De Graafschap-trainer Sandor Popo­vics, die het volgend seizoen on­der contract staat bij NEC, niet plaats in de dug-out maar tussen hen in op de tribune. Brookhuis schudt nog vol onge­loof zijn hoofd. „ Zo’n actie. Dat zou in deze tijd echt niet meer ge­beuren. Onmogelijk.” Zelf zit hij die middag wel in de dug-out van de Doetinchemmers. In zijn bur­gerkloffie met een gebroken juk­been. „Dat mocht toen nog. Het was pure betrokkenheid. We wa­ren één team. We gingen ook sa­men op vakantie.”

In een slechte wedstrijd verzuimt Hans Galgenbelt De Graafschap vlak voor tijd naar de eredivisie te schieten. NEC ontsnapt met de 0-0 en promoveert. Een week later vraagt volgt Brookhuis zijn coach Popovics naar NEC. In 1987 wordt hij tweede in de verkiezing beste speler van de eerste divisie. „FC Utrecht had belangstelling, maar de clubs kwamen er niet uit. Spij­tig? Ach, het was een volgende stap in mijn carrière geweest, maar verder treur ik er niet over. Het heeft zo moeten zijn.” Elf seizoenen en 367 (!) competitie­wedstrijden later, zet de doelman op 1 juli 1999 een punt achter zijn carrière.

Hoewel zijn vrouw Bertil­de en hij geboren zijn in Olden­zaal keren ze nooit terug naar Twente. „Dat konden we de kinde­ren niet aan doen. We hebben twee dochters van 20 en 13 en een zoon van 18. Allemaal hier gebo­ren. Het zijn echte Nijmegenaren.” Zelf heeft Brookhuis ook wortel ge­schoten in de Keizer Karel stad. „We wonen hier al een hele gene­ratie. Bijna langer dan we in Twen­te gezeten hebben.” Omdat de fa­milies er nog leven, keren ze wel geregeld terug in Oldenzaal. Ook daar heeft de tijd niet stilgestaan. Maar wel een beetje, merkt hij el­ke keer weer. „ Alles gebeurt er een half jaar later”, zegt Brookhuis. De wedstrijd tegen zijn oude club noemt hij ‘leuk’. „ Als speler vond ik het speciaal. Dat ligt nu anders. Maar de club ken ik natuurlijk wel goed. In mijn tijd was het: werken voor elkaar, met z’n allen er voor gaan en zien wat er van komt. Dat is niet veranderd. In de voorberei­ding speelden we tegen De Graaf­schap. Eerlijk? Ik vond ons op bijna elke positie beter. Dat is nu nog zo, al hebben zij zeven pun­ten meer dan wij. Maar NEC staat dan ook veel te laag.” Hij beseft dat de rampzalige sei­zoenstart in het voordeel van de Doetinchemmers heeft gewerkt. „Het verwachtingspatroon was al laag, maar na die 8-1 thuis tegen Ajax was daar helemaal niks meer van over. Ontstond er zoiets van: alles wat nu nog pakken is meege­nomen. En als het dan goed gaat, kom je in een soort van flow. Ik verwacht veel strijd. Van beide kanten. En een mooie sfeer in dat bijna Engelse stadionnetje.” Warme gevoelens heeft hij nog steeds voor de ‘ Superboeren’. „ Ik hoop dat ze in de eredivisie blij­ven. Maar in een seizoen mogen ze wel twee keer verliezen van ons. Na ruim 22 jaar denk ik als een NEC’er. Mijn hart ligt hier.”

Bron: De Gelderlander

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.