De Gelderlander: NEC is nu van het niveau Excelsior

NEC is nu van het niveau Excelsior
Nijmegenaren staan nog steeds op zestiende plaats na wanprestatie.

Een vijftiental supporters – met evenveel stewards als begeleiding – stond zaterdagnacht na de smadelijke nederlaag (2-0) tegen Excelsior de voetballers van NEC op te wachten bij het eigen Goffertstadion. De meeste zwegen veelbetekenend toen de selectie onder aanvoering van trainer Mario Been de bus verliet. Eén fan sprak zijn favorieten met ingehouden woede toe: „ Goed gedaan jongens. Fantastische wedstrijd. Echt. Ontzettend bedankt.” En terwijl Been het stadion binnen ging en de meeste spelers direct hun auto’s opzochten, liet die ene supporter zijn cynisme varen en riep uit de grond van zijn hart: „Een schande was het. Echt een schande!” Met 500 man – er was geen combiregeling van kracht en voor 12,50 euro was je uit en thuis – hadden ze die avond het uitvak in het stadionnetje van Excelsior tot de laatste plaats bezet. Hun massale steun werd door de spelers beloond met een wanprestatie die vooral na rust gestalte kreeg.

Omdat de povere ploeg van trainer Ton Lokhoff de bal liever niet heeft, had NEC gedurende negentig minuten een optisch overwicht, maar echt dreigend werden de bezoekers nooit. Dat had alles te maken met het ontbreken van de complete aanval. Tim Janssen haakte af in de warming up, Jeremain Lens had een te grote trainingsachterstand om in de basis te starten, terwijl Jhon van Beukering en Brett Holman zich niet eens hadden omgekleed. „Vier basisspelers. Op de bank kijken we elkaar wel eens aan. Wie maakt in godsnaam die goal. Zeven wedstrijden, twee doelpunten. Dan sta je waar je staat”, sprak de ontgoochelde Been, die tegelijkertijd besefte dat zijn ploeg met een voorsprong de rust had moeten ingaan. Na 35 minuten schoot Ferne Snoyl op vijf meter van Excelsior- doelman Graafland met links onbeheerst naast. „ Zo’n bal. Die moet er echt in. Krijg je een andere wedstrijd”, zei Been.

Blijft de vraag wie – nu de ziekenboeg zo gevuld is – bij NEC de goals moet maken. Zaterdag liet Adam Hrepka (na een uur gewisseld voor Jeremain Lens) zien dat hij voorlopig het niveau van de eredivisie niet aan kan, maar bleef ook de sterk gestarte Alexander Prent na rust onzichtbaar. NEC miste een man met dreigende loopacties. Speelde daarom de bal oneindig rond, waardoor Excelsior nooit een nederlaag hoefde te vrezen. „We maakten steeds de verkeerde keuzes”, wist Been. „Eredivisiespelers onwaardig.” Wie zo’n beroerde avond heeft moet kiezen voor dat ene puntje, maar NEC had zaterdag een slecht zelfbeeld en werd in de laatste tien minuten verrast door twee counters. Uitgerekend de twee invallers – Sebastiaan Steur en Hans Voskamp – haalden de trekker over. Op de ranglijst staat NEC daardoor nog steeds zestiende. In de Goffert neemt voorlopig niemand het woord ‘linkerrijtje’ nog in de mond. „We kijken nu naar Excelsior. Dat is een directe concurrent voor ons”, zei Been veelbetekenend. Na twee overwinningen is NEC weer terug bij af. De ploeg van Mario Been staat na de nederlaag tegen Excelsior nog steeds zestiende.

Pijnlijke entourage in burcht Kralingen
NEC kan maar niet winnen in kleinste stadion van eredivisie.

Een toch al troosteloze avond eindigde in absolute mineur. Na de 2-0 tegen Excelsior staat NEC zestiende in de eredivisie, met slechts twee gemaakte doelpunten na zeven wedstrijden. Nog nooit won NEC in de eredivisie van de Kralingers. Na gisteren staan de Rotterdammers op zeven zeges, vier keer eindigde het duel op Woudestein gelijk. De knusse burcht van Excelsior blijkt een onneembare vesting voor NEC. De schrale ambiance maakte de nederlaag extra pijnlijk. Voetballen in het stadionnetje met slechts 3500 plaatsten – zaterdag zaten er 2638 toeschouwers – is niet bepaald een feest voor profvoetballers. Die dromen van De Kuip, de Arena, het Philips- stadion of een goedgevulde Goffert. Woudestein is de andere kant van het spectrum, veruit het kleinste stadion van de eredivisie. Bij AZ kunnen ze er over meepraten, hoe het is om in zo’n entourage tot grootse daden te moeten komen. Zie het slot van vorig seizoen.

„Het is inderdaad anders om hier te spelen”, weet Brett Holman. De geblesseerde NEC-aanvaller voetbalde zelf vier seizoenen voor Excelsior. Feyenoord haalde hem als zeventienjarige ventje naar Nederland en stalde hem bij de kleine broer. „ Het is een kaal stadion, het kan er erg koud zijn en er is totaal geen sfeer”, vervolgt Holman. „Toen ik hier nog speelde, zat het nog geregeld vol. Dat zorgt meteen voor een andere indruk. Onze volgende wedstrijd is Ajax-uit, dat is compleet anders. Maar je moet je erop instellen, het is een mentaal ding. Je moet zorgen dat je goed aan de wedstrijd begint. De eerste vijf minuten fel beginnen, extra scherp. Dan merk je niets meer van het kleine stadion.” Zijn – eveneens geblesseerde ploeggenoot Mark Otten is ook van mening dat een profvoetballer zich moet aanpassen aan de omstandigheden, ook al zijn die niet al te uitnodigend.

„Het stadion mag geen rol in je wedstrijdbeleving spelen. Tuurlijk is dit anders dan een volle Kuip, maar voor mij persoonlijk maakt dat geen verschil. Je wilt elke wedstrijd winnen”, vindt Otten. Van 2004 tot 2006 droeg hij – ook al als Feyenoord-huurling – het shirt van Excelsior. „Het is bijzonder voor mij om hier weer te komen. Excelsior is een gemoedelijke, fijne club. Ik heb hier een mooie tijd gehad.” Ook NEC-trainer Mario Been heeft een Excelsior-verleden. Een zeer rijk verleden zelfs, als speler, jeugdtrainer, assistent-trainer en voordat hij naar NEC kwam als hoofdcoach. Hij kent als geen ander de lastige omstandigheden van Excelsior- uit. „ De entourage is hier anders. Ik heb dat van tevoren ook tegen de jongens gezegd, maar ook dat ze onverstoorbaar daarin moeten zijn. Ik denk niet dat het voor een profvoetballer echt veel uitmaakt. Voor sommigen misschien, maar dat is iets persoonlijks. Je moet je er als prof mentaal op voorbereiden. Het is in ieder geval niet de reden voor ons verlies.” ‘Het is een kaal stadion, het kan er erg koud zijn en er is totaal geen sfeer’

‘ We zitten als ploeg in een groot gat’
Gabor Babos neemt verantwoordelijkheid voor eerste doelpunt.

Met zijn vingers maakte hij aanhalingstekens in de lucht. „ Als het een ‘regel’ is dat de korte hoek altijd voor de keeper moet zijn, ben ik verantwoordelijk voor het eerste doelpunt van Excelsior”, zei Gabor Babos, die zaterdag in de 81ste minuut verrast werd door Steur die hem met een hard schot vanaf de zijkant van het strafschopgebied passeerde. De NEC-doelman had op een zonovergoten zondagmorgen net de uitlooptraining achter de rug. De kater van de 2-0 nederlaag tegen Excelsior was nog niet helemaal verwerkt. „Vooral omdat we met nog tien minuten te spelen voor de 0-0 hadden moeten gaan. Dan maar een puntje pakken.” Maar het werd een bittere nederlaag. Die zich na 66 minuten al aandiende, maar toen verrichtte de Hongaar een fantastische redding op een inzet Korf die op een paar meter voor hem was opgedoken. „ Als dat een goal wordt, is de wedstrijd al eerder afgelopen”, wist Babos. Hij wond er verder geen doekjes om. „Twee doelpunten in zeven wedstrijd. Een laagterecord in de eredivisie, heb ik gelezen. We moeten ons realiseren dat we als ploeg in een groot gat zitten. Daar komen we maar op één manier uit. De komende weken twee keer per dag lekker trainen en keihard blijven werken.”

Jeremain Lens miste lef en scherpte bij NEC
 
Hij had een paar aardige acties, maar tevreden was Jeremain Lens uiteraard niet na zijn rentree bij NEC. De aanvaller keerde tegen Excelsior (2-0 verlies) terug van blessureleed (een scheurtje in de kuitspier). „Ik had nergens last van, fysiek ging het prima”, aldus Lens. „Maar tevreden ben ik niet, dit verlies is heel zuur. We hebben te weinig geknokt, misten lef en we misten scherpte voor de goal.”

Excelsior smet op mooie week Davids

Lorenzo Davids sloot een mooie week met een vervelende avond in Rotterdam af. „Dit verlies hoeft niet. We maakten onnodige fouten. We kregen zelf veel kansen, maar gaven er ook te veel weg”, vond Davids na het 2-0 verlies tegen Excelsior. Het verlies volgde in de week waarin de middenvelder voor het eerst werd opgeroepen voor Jong Oranje. „Ik kijk daar erg naar uit. Ik zit lekker in mijn vel sinds ik bij NEC speel.”

Bron: De Gelderlander

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.