“Keepers moeten hier een soort tweede Maradona zijn”

Voor Gábor Babos is het leven van een keeper heel simpel; je moet de ballen eruit houden. Hoe maakt niet uit. Vorig seizoen leverde die onorthodoxe benadering de Hongaar meteen een clubrecord op. Vanavond gaat hij met NEC op bezoek bij oude liefde NAC.

Tuurlijk gaat het goed met Gábor Babos, wat is dat nou voor een vraag. De Hongaarse keeper heeft het prima naar zijn zin in Nijmegen. Zeker sinds hij eind april een driejarig contract tekende bij NEC. "Dat is toch anders dan wanneer je gehuurd bent. Pas toen ik dat contract tekende, voelde ik me echt NEC’er. Ben ik niet meer bezig met Feyenoord."

Het verleden telt niet zwaar voor de doelman, die via MTK Boedapest, NAC en Feyenoord in Nijmegen terecht kwam. Babos wil vooruit. "Die eerste vijf wedstrijden van dit seizoen ben ik al bijna weer vergeten. Net als mijn periode bij Feyenoord. Iedereen kent goede en mindere tijden. Anders zit je wel bij Barcelona. Helaas voor mij had ik mijn mindere periode toen ik bij Feyenoord zat."

Het zijn niet alleen de vervelende zaken, die Babos in de mand der vergetelheid gooit. Zelfs aan het clubrecord van vorig jaar, 693 minuten achtereen geen doelpunt tegen, denkt hij zelden meer. Terwijl hij daarmee een mooie titel van clubheld Dennis Gentenaar afpakte en de naam Babos weer in de hoofden van de mensen keepte. "Dat was prachtig en ik hoop dat het nog een keer lukt dat record te breken. Maar ook die mooie periode is verleden tijd."

Het hier en nu waar Babos in leeft, bevalt hem. "Ik ben heel positief. We hebben een zware competitiestart gehad en dat is moeilijk. Nergens ter wereld zijn mensen blij als je verliest. Maar toen het nodig was, wonnen we van Heracles. Nu kunnen we omhoog kijken. Met een goede groep en een uitstekende trainer heb ik er veel vertrouwen in."

Dat blijkt. Voor de wedstrijd van vanavond uit bij NAC verwacht Babos minimaal een punt. "Het blijft bijzonder om daar te komen", zegt Babos over de Bredase club waar Henk ten Cate hem in 2000 mee naar toe nam en hij vier jaar keepte. "Toen ik bij NAC kwam, vroeg iedereen: ‘Wie is Babos’. Nu kennen de meeste mensen me wel. Het geeft een goed gevoel daar te zijn en ik ben er nog altijd welkom. Maar op het veld interesseert me dat niet."

Dan gaat het Babos er alleen maar om die bal uit het doel te houden. "Het maakt me niet uit hoe. Stompen, schoppen, koppen. Tegen Heracles kreeg ik bijna niets te doen, maar die twee momenten dat het nodig was, stond ik er. Dat is fantastisch. Als ik de nul houdt, voelt dat voor mij hetzelfde als het scoren van de winnende tegen Vitesse voor Rutger Worm."

Het is de reden dat Babos zijn vak zo mooi vindt. "Je bent de laatste man voor het doel. Jij krijgt de doelpunten tegen. Het team ook natuurlijk, maar vooral jij. Je bent ook makkelijk de negatieve held, zoals vorig jaar tegen RKC toen ik onder die bal doorkopte. Die uitdaging maakt het zo interessant. Al moet je in Nederland als keeper wel een soort tweede Maradona zijn. Je moet terugspeelballen links en rechts kunnen stoppen, met beide voeten goede passes geven en ook nog goed keepen. In het buitenland is het vooral belangrijk dat die bal er niet ingaat."

In zijn opsomming vergeet Babos nog één ding. Hij moet spelers op hun plaats zetten. Met zijn 1.96 meter en zijn zware stem is hij daar de perfecte figuur voor. "In de kleedkamer heb ik geen grote mond, op het veld wel. Toch probeer ik dingen altijd op een rustige manier op te lossen."

Na Patrick Pothuizen, is Babos (volgende week wordt hij 32 jaar) verreweg de oudste speler in de selectie. "Nee, we zijn niet helemaal dezelfde types. Patrick is de jolly joker. Het is raar dat ik nu na hem kom. Daaraan merk je toch dat je ouder wordt. Tuurlijk probeer ik de jonge spelers te helpen. Na de training trappen we vaak een balletje en praten wat over de wedstrijden. Als ze willen, geef ik ze advies."

Verder voelt Babos zich als ieder ander. "Ik ben gewoon een keeper. Mario Been overlegt wel regelmatig met mij, maar dat doet hij ook met Peter Wisgerhof en Pothuizen."

Het is een trainer naar zijn hart die Babos soms om zijn mening vraagt. "We zijn scherper dan vorig seizoen. Toen waren er vaak twee of drie spelers geblesseerd. Nu bijna nooit en als iemand iets heeft, is dat vaak na een paar dagen weer over. Bij Been is iedereen gelijk en krijgt iedereen kansen. Hij is ambitieus en geeft de spelers veel vertrouwen. Dat is belangrijk bij een jonge groep."

Wisgerhof zei onlangs dat NEC over een paar jaar structureel moet meedoen om Europees voetbal. "Dat kan nu ook al", zegt Babos. "We weten pas na 34 wedstrijden echt hoe goed we zijn, maar het is een mooie groep. Tuurlijk zijn we jong, maar in elke linie zit ervaring. En misschien heeft Boutahar de goede vorm nu te pakken en gaat hij het verschil maken. We hoeven ook niet altijd goed te voetballen. Als we maar winnen."

Bron: De Gelderlander

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.