Ferne Snoyl, exponent van de jongensclub van Pietje Bell

Hij is tot dusverre de belangrijkste aankoop van NEC, Ferne Snoyl. Pas 21 jaar, maar nu al bij zijn vierde club in het betaalde voetbal. Snoyl is misschien wel de exponent van het nieuwe NEC, dat immers ruist van de jonge en talentvolle spelers. „Dat Been hier trainer is, gaf de doorslag“

Enkele jaren geleden, bij de komst van Johan Neeskens, koos NEC ook nadrukkelijk voor de jeugd. De club herbergde al een aantal jeugdinternationals (Leiwakabessy, Demouge) en haalde vervolgens ook spelers als Wisgerhof, Schuurman, Ax en Zonneveld naar Nijmegen. Jong en talentvol waren ze en onder leiding van Neeskens zouden zij groeibrilajnten worden, zo was het plan.

Dat viel uiteindelijk tegen. Enerzijds door domme pech (blessures), anderzijds door een gebrek aan echt talent. En misschien ook wel omdat Neeskens niet zo hard voor de jeugd durfde te kiezen.

Weinig van de jonge spelers werden beter. De meesten verdwenen min of meer gratis weer uit de Goffert.

Er volgden jaren dat NEC volop investeerde in buitenlanders, grote namen ook. De externe financiers maakten het allemaal mogelijk, maar wederom bleef resultaat uit. Geen hoge klasseringen en geen hoge transferopbrengsten. Nu de geldkraan in ieder geval tijdelijk is dichtgedraaid, grijpt NEC weer terug op de oude formule: veel jonge spelers halen. Mario Been vervult daarbij een belangrijke rol. Een beetjes zoals zijn alter ego Pietje Bell in de jongensclub ‘De Zwarte Hand’. Veel van de nieuwkomers kent hij persoonlijk, zijn aanwezigheid doet spelers voor NEC te kiezen.

Zo ook Ferne Snoyl. Afgelopen half jaar werd hij door Feyenoord verhuurd aan Aberdeen en toen bekend was dat Feyenoord hem definitief wilde laten gaan, stonden de clubs in de rij.

„Ik kon echt kiezen, maar bij NEC had ik een goed gevoel. Ik ben hier gehaald als linkshalf en niet als linksback. Bovendien ken ik Mario Been goed. Hij was mijn trainer bij Feyenoord 2 en bij het eerste in Rotterdam. Zijn werkzijze en visie staan me gewoon aan.“

Snoyl is pas 21, maar heeft al een half voetballeven achter zich. Op zijn achttiende debuteerde hij voor Feyenoord. Hij deed het goed, maar een sleutelbeenbreuk na tien duels wierp hem ver terug. Daarna werd hij een jaar verhuurd aan Den Bosch, waar hij als back uitstekend speelde. Terug bij Feyenoord speelde hij het voorbije seizoen weer zeven duels, maar werd halverwege de competitie aan Aberdeen verhuurd. Daar had hij het reuze naar zijn zin. „Een heel andere voetbalcultuur. Minder technisch, maar wel met enorm veel fanatisme en inzet. Calderwood was mijn trainer, een geweldige man, hoe die negentig minuten meeleeft langs de lijn.“

Snoyl stond als twintigjarige helemaal op eigen benen in Schotland. „Een mooie ervaring, maar na vier maanden had ik het ook wel gezien. Toen verlangde ik weer terug naar Nederland.“

Nu woont hij nog in Zoetermeer, binnenkort opent hij de huizenjacht in Nijmegen. Bij NEC trof hij toch een aardig aantal spelers die hij al kende. Mark Otten bijvoorbeeld, met wie hij in het Olympisch elftal zit. Ook met Saïd Boutahar, El-Akchaoui, Grot en Denneboom was hij op de een of andere manier al bekend. Zelfs de Belg Vanaudenaerde kende hij van jeugdinterlands. „Het is inderdaad een kleine wereld. Ik vind het in ieder geval wel geweldig, ik ben pas een weekje bij NEC, maar het voelt alsof ik hier al maanden rondloop. We hebben echt een geweldig leuke en jonge groep.“

Dat Been de ideale trainer is om met deze groep te werken, daar is Ferne Snoyl heilig van overtuigd. „Begrijp me goed, Mario Been zou ook voor een oude en ervaren groep gewoon een goede trainer zijn. Maar zeker jonge jongens kan hij daadwerkelijk beter maken. Hij is technisch en tacktisch sterk en denkt aanvallend. Bovendien, Mario kan zelf nog steeds geweldig goed voetballen en houdt op zijn tijd van een beetje humor.“

Snoyl groeide daadwerkelijk op bij Feyenoord. Hij kwam als D-spelertje al op Varkenoord. Maar net als generatiegenoten zoals Loovens, Sprockel, Boutahar en Van Persie liet Feyenoord hem gaan. „En dat gaat al jaren zo met de eigen talenten. Waarom dat is, waar het fout gaat; ik weet het echt niet. Maar feit is dat eigen jeugd het zelden redt in Rotterdam“, constateert Snoyl droog.

Veel jeugd in selectie NEC

Noodgedwongen of niet, de huidige NEC-selectie telt bovenmatig veel jeugdige spelers. Van de spelers die in eerste instantie voor de basis in aanmerking lijken te komen is Gabor Babos met z’n 31 lentes veruit de oudste. Spits Niedzielan is 27, aanvoerder Wisgerhof 26. Voor het overige telt de NEC-basis straks louter spelers die 25 jaar of (fors) jonger zijn. El-Akchaoui en Denneboom zijn 25 jaar, Boutahar en Olsson 23, Barretto en Vanaudenaerde 22, Snoyl 21, Otten en Worm pas 20. Patrick Pothuizen is 34, en is er vooral als stand-in voor de centrale verdedigers. Paul Jans (24) lijkt vooralsnog ook geen basisspeler. Voor het overige zit aankoop Kivuvu (18) op de bank samen met louter eigen jeugdspelers van NEC.

Bron: De Gelderlander

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.