De man die NEC op de kaart zette

Na ruim negen jaar geeft Hans van Delft op 1 juli van dit jaar de voorzittershamer van NEC over aan Vincent Paes. Het was een decennium dat turbulent begon en al even onstuimig eindigt. Een periode echter waarin de Nijmeegse ondernemer de club wel op de kaart zette.

Amper drie weken nadat hij bekendmaakte dat hij zijn rol als boegbeeld van NEC inruilt voor een plaatsje op de achterste rij werd Hans van Delft getroffen door een hartinfarct. Intussen is hij alweer aardig op de been. „Rond de Vierdaagse hoop ik weer een normale dagindeling te hebben. Toen ik uit het ziekenhuis kwam heb ik meteen een fiets gekocht, ik zwem weer en drie keer in de week doe ik in het CWZ aan cardio-revalidatie. Maar het belangrijkste is dat ik niet meer rook. Grof geschat scheelt zijn het 3500 sigaretten die ik niet gerookt heb.“

8 april 1997, het aantreden

„Eigenlijk is Ed d’Hondt, de toenmalige burgemeester, degene geweest die het balletje een half jaar eerder aan het rollen heeft gebracht. Het was de periode dat Karel Aalbers flink aan de weg timmerde met het Gelredome, in de Nijmeegse politiek heerste het gevoel dat alles naar Arnhem ging. Er waren vage plannen voor een nieuw NEC-stadion, er was zelfs al een maquette, maar het college had geen flauwe notie hoe het gefinancierd zou moeten worden. Dat intrigeerde mij mateloos.“

„Ik herinner me dat in mijn omgeving, voornamelijk mensen uit ondernemersland, verbaasd en zelfs negatief werd gereageerd toen ik voorzitter werd. Er werd op gewezen dat ik geen verstand van voetbal had, dat ik geen NEC-achtergrond had. Tja, wat dat betreft zie ik veel parallellen met wat Vincent Paes de laatste weken voor zijn kiezen heeft gehad.“

11 juni 1997, de afgrond

„Het duel in Venlo tegen VVV zal ik niet licht vergeten. Het was de eerste keer dat ik betrokken was bij een gestaakte wedstrijd. Dat gebeurde toen een supporter over het hek klom en Maurice Graef aanviel, de speler die ik kort daarvoor bij NEC had weggestuurd. Ik heb toen nog moeten praten als Brugman met de scheidsrechter (Van Vliet, red.) en andere officials om de wedstrijd hervat te krijgen. De tweede helft heb ik vanuit de dug-out gezien. Vlak voor tijd kregen we een penalty. Van Eijkeren was de enige die ’m durfde te nemen. Gelukkig ging-ie erin, anders waren we gedegradeerd. Toen we ons definitief wisten te handhaven, heb ik mezelf beloofd dat ik het nooit meer wilde meemaken dat NEC in de nacompetitie zou spelen.“

20 december 1998, de anticlimax

„Het afscheid van de oude Goffert. Een dieptepunt. We verloren met 3-0 van Fortuna, veel supporters op het veld, de geplande festiviteiten en de vuurwerkshow moesten geschrapt worden. We zijn in die periode tot de conclusie gekomen dat we het supportersbeleid niet goed op de rails hadden staan. Carol Boef werkte met een budget van 13.000 gulden. Per jaar! Hij was de kop van Jut als de fans weer eens over de schreef waren gegaan. Hij trok zich dat vaak persoonlijk aan. Ik vond dat ik hem dat niet langer mocht aandoen. Er kwam meer geld en ik heb Jaap Zijlstra als veiligheidscoörinator binnengehaald. Na enige tijd groeide er wederzijds respect tussen de club en de harde supporterskern.“

23 september 1999, het nieuwe huis

„De eerste wedstrijd in het nieuwe stadion? Was dat niet tegen PSV? O nee, dat duel werd uitgesteld omdat we nog niet helemaal klaar waren. Tegen Spakenburg? Dat wist ik eerlijk gezegd niet meer.“

„Zakelijk gezien was de realisatie van het nieuwe stadion het absolute hoogtepunt. We hebben het in negen maanden gebouwd, dat is nooit meer geëvenaard. Het is ook het beste stadion als je de prijs-kwaliteitverhouding in ogenschouw neemt. Het was een bijzondere periode waarin alle betrokkenen op de toppen van hun kunnen presteerden. Maar vergeet niet om Han Weijers te noemen. Zonder zijn enorme inzet hadden we het nooit op deze wijze voor elkaar gekregen.“

30 november 1999, Schots afscheid

„Ik had een speciale band met Jim Calderwood. Hij was open, rechttoe rechtaan, een fijn mens. We wisten precies wat we aan elkaar hadden. Hij was op dat moment ook de trainer die we nodig hadden. Onvergetelijk waren de besprekingen die we om de zoveel tijd met elkaar hadden. Dan spraken we om vier af, ergens aan de Waalkade. Na een uurtje waren we wel klaar, maar daarna duurde het wel tot in de kleine uurtjes voor ik weer thuis was. De suggestie dat ik hem zou hebben moeten ontslaan als het aanbod van Dunfermline niet was gekomen, laat ik voor jouw rekening. Het is niet gebeurd.“

5 maart 2000, de grote slag

„Ik werd getipt dat Johan Neeskens interesse had om clubtrainer te worden. Hij was op dat moment assistent-bondscoach. Toen ik het bij NEC aankaartte, ontmoette ik aanvankelijk veel scepsis. Vergeleken met Calderwood vroeg hij een absurd hoog salaris. Ik heb mijn medewerkers voorgehouden dat ze Neeskens niet louter als een kostenpost moesten zien. Ik heb het financieel zo in elkaar gestoken dat de helft van zijn salaris uit de post technische staf zou worden bekostigd, de andere helft viel onder de commercie. Achteraf schat ik dat de extra uitgaven zichzelf tienvoudig hebben terugbetaald. De begroting van NEC is in die periode doorgeschoten met een snelheid die anders nooit gehaald zou zijn.“

„In zekere zin was het aantrekken van Neeskens wel een gok. Als trainer had hij geen enkel track-record. Ja, hij was assistent-bondscoach, maar wat zegt dat? We moesten het op vertrouwen doen. Daarom was het voor mij wel een absolute voorwaarde dat de technische mensen binnen de club, met name Leen Looyen, pal achter Neeskens’ komst zouden staan.“

29 mei 2003, het grote feest

„Ik had er voor de wedstrijd tegen RKC geen goed gevoel over. Een groot podium bouwen zonder enige zekerheid dat je Europees voetbal zou halen. Het was de goden verzoeken. Het zat er tijdens de wedstrijd trouwens helemaal niet in dat we zouden winnen. Totdat Simr die bal er op het laatst in schoot. Ik heb daarna twaalf minuten aan de grond genageld gestaan. Ik kon geen woord meer uitbrengen. Pas daarna kwam de ontlading.“

„Ondanks het onvergetelijke feest op Kelfkensbos voelde ik dat het Europese avontuur voor NEC te vroeg kwam. De club was er niet klaar voor, het stadion niet en Nijmegen ook niet. We waren gedwongen een grotere broek aan te trekken, maar toen wij voorstelden alle prijzen met 40 procent te verhogen betitelden supporters en sponsoren ons als arrogant. En toch hadden we dat extra geld nodig om aan de verwachtingen te voldoen.“

13 december 2004, de kerstborrel (1)

„Het is mij onmogelijk gemaakt op een prettige manier afscheid van Neeskens te nemen. Na de nederlaag tegen De Graafschap, een dag eerder, en zijn houding die middag in de dug-out, was het voor mij een uitgemaakte zaak dat we het met Neeskens niet zouden redden. Vlak voor de kerstborrel heb ik Johan voorgesteld om samen de knoop door te hakken. Ik was ervan overtuigd dat we er uit zouden komen. Maar Neeskens gooide de deur op slot toen hij een paar journalisten in het stadion zag. Hij kreeg het idee dat ik de pers al had ingelicht. Absoluut niet waar. Dat zweer ik op mijn kleinkinderen.“

19 december 2005, de kerstborrel (2)

„Het opstappen van Cees Lok. Ik heb hem na dat telefoontje, het meest absurde dat ik ooit gekregen heb, nooit meer gesproken. Het was zo’n gekke actie, zeker gezien het feit dat we er zo florissant voorstonden. Er moet iets geweest zijn wat hem dwarszat, maar het kunnen nooit dingen zijn geweest waarover niet te praten was. Achteraf moet je misschien vaststellen dat Lok niet opgewassen was tegen de zwaarte van zijn functie. Die veronderstelling zie ik bevestigd door de manier waarop hij zich bij NAC heeft gemanifesteerd.“

29 maart 2006, de nieuwe man

„Sommige investeerders hebben in mijn ogen erg ongenuanceerd gereageerd op de aanstelling van Vincent Paes. Ik ben nog steeds van mening dat ik het zo moest doen. Ik heb vooral kritiek gehoord van buitenstaanders die geen verantwoordelijkheid voor de keuze droegen. Ik ben drie jaar bezig geweest een opvolger te vinden die aan alle voorwaarden voldeed. Welke dat zijn? Op de eerste plaats moet hij ondernemersbloed in zijn donder hebben. Managers heb je nodig om de dagelijkse zaken te runnen, op de hoogste post moet een ondernemer zitten. Verder moet de voorzitter van NEC onafhankelijk zijn, financieel, politiek, maatschappelijk en ook qua tijd. Tenslotte moet hij ook visie hebben. Paes zal dingen anders aanpakken dan ik en daar ben ik blij om. Na negen jaar zijn mijn kunstjes uitgewerkt.“

18 april 2006, het infarct

„Het gebeurde tijdens de algemene ledenvergadering van NEC. Na een redelijk felle discussie stak ik een sigaret op, maar hij smaakte me niet. Ik voelde pijn op mijn borst, kreeg het benauwd. Ik maakte mijn stropdas los, deed mijn jasje uit en wilde even in de frisse lucht. Op weg naar buiten gaf ik Eric Oomen een seintje dat hij even met me mee moest lopen. Eenmaal buiten kreeg ik een klap, ik hoorde later dat ik asgrauw ben weggetrokken. Ze hebben vlug 1-1-2 gebeld en Theo Rieken, die zelf hartpatiënt is, gaf me een spuitje onder de tong. Dat heeft waarschijnlijk veel schade voorkomen.“

„Toen ik de bekende film van het leven voorbij zag komen, ben ik heel even bang geweest dat ik het niet zou redden. Achteraf kun je stellen dat ik het geen toeval was dat ik het infarct heb gekregen kort nadat ik het voorzitterschap had overgedragen. Je kent het wel: als je na een hectische periode op vakantie gaat, kun je er donder op zeggen dat je de eerste week ziek op bed ligt. Misschien is tien jaar toch een beetje te veel van het goede geweest.“

Bron: De Gelderlander

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.