Het loopt al een tijdje niet meer zo lekker tussen de clubleiding van NEC en haar harde kern. Een supportersraad zou voor wederzijds begrip moeten zorgen.
Als het volgens plan verloopt kunnen supporters vanaf 1 juli met de clubleiding van NEC praten over hun grieven. En of het nou de smaak van het broodje bal betreft, of de prijs van het busvervoer, alles kan voorbij komen. “Als het maar zaken zijn die supporters aangaan”, zegt directeur Jacco Swart.
“We hebben de boodschap begrepen dat de verhoudingen tussen supporters en NEC onder druk staan. We hopen hierdoor meer begrip voor elkaar te krijgen. Het zijn voelsprieten voor de club in haar supportersschare. Maar het is geen besluitvormende raad.”
Het plan is door de supportersverenigingen positief ontvangen. “Het is heel goed om naar supporters te luisteren”, zegt Rob Schevers, voorzitter van de officiële supportersvereniging. “We moeten alleen nog even kijken hoe we het in gaan vullen. Als je uit ieder vak een of twee supporters pakt, heb je een breed publiek.”
Want dat is de opzet. Niet alleen georganiseerde supporters moeten in de raad zitten, ook de ongebonden fan moet vertegenwoordigd zijn. Het moet een brede afspiegeling vormen van alle bezoekers van De Goffert. Iedere paar maanden zou er overleg plaats moeten vinden tussen clubleiding en supporters.
“Wij zijn positief, al moeten we natuurlijk afwachten of het gaat werken”, luidt het commentaar van de alternatieve supportersvereniging HKN.
“Hopelijk gaat de club er werkelijk iets mee doen. Je ziet hier hetzelfde gebeuren als vroeger bij NAC. Daar ging het rond 1998 slecht tussen bestuur en supporters. Toen kregen ze een supportersraad en nu gaat het daar best goed.”
Op 20 april gaat NEC het plan met de supportersvereniging en de HKN verder uitwerken. Dan komt ook de jaarlijkse supportersavond aan bod. “De avond in de vorm van vorig jaar vervalt”, zegt Swart. “We hebben straks de supportersraad, het reguliere overleg en verder moeten we gaan brainstormen. Tuurlijk heb ik ideeën, maar die zijn heus niet vastgeroest.”
Bron: De Gelderlander