NEC speelde zaterdag met 2 – 2 gelijk tegen Gaziantepspor. De wedstrijd bracht precies waar trainer Cees Lok op hoopte: een goede tegenstander, die zijn eigen ploeg in de problemen bracht.
Gaziantepspor was nog geen vijf minuten oud toen Gábor Babos voor het eerst redding moest brengen. Voor wie het nog niet wist, de tegenstander eindigde vorig seizoen als negende in Turkije en een jaar eerder zelfs als vierde. Een knap stel voetballers dus. Lok ziet zijn mannen graag in het veld staan tegen klasbakken. Leren ze meer van dan wedstrijdjes tegen fanatieke, maar beperkte amateurs.
De wedstrijd op het veld van derdeklasser Spero was een goed voorbeeld. Na een zwak eerste kwartier nam NEC het heft in handen. Een lob van Alexander Prent verdween nog in de handen van de keeper, maar na zeventien minuten was het wel raak. Een inzet van Guillano Grot werd geblokt, waarna Andrzej Niedzielan de rebound uit de draai binnen kon schieten. Na een half uurtje stuurde Saïd Boutahar met een fijne steekbal Grot de diepte in. De snelle spits omspeelde de keeper en rondde koeltjes af.
Waar NEC bij een mindere tegenstander zou zijn uitgelopen naar een ruime zege, kwam Gaziantepspor sterk terug. De ploeg zette na rust een paar dingen om en dat zorgde voor verwarring in de Nijmeegse defensie. “Als zij met twee spitsen zouden komen, zouden wij daar drie verdedigers tegenover zetten”, zei Lok. “Maar omdat we voorin niet voldoende druk konden houden, kwamen zij terecht terug tot 2-2.”
Het gemis van Rutger Worm (schouderblessure), Bart van den Eede (enkel), Tininho (gekneusde ribben) en de geschorste Denneboom deed zich voelen. De weer sterk spelende Grot en Niedzielan moesten daardoor negentig minuten blijven staan en kwamen conditioneel in de problemen.
“Een goede les”, vond Lok. “Onze foutjes werden goed afgestraft. Ik ben erg tevreden. De spelers maken een goede indruk en corrigeren elkaar. Dat zijn dingen die alleen nodig zijn tegen goede tegenstanders.”
Wie zich misschien wel het meest bewust was van de kwaliteiten aan de andere kant was Muslu Nalbantoglu. “Ik heb uitgekeken naar deze wedstrijd”, gaf rechtsback toe. “Ik had toch een soort van wreekgevoelens na mijn ervaringen bij Jong Turkije.”
Voor die ploeg meldde Nalbantoglu zich een paar keer in Turkije, maar hij speelde nog geen minuut. “Bij hun voetballen twee jongens uit Jong Turkije. Dat is wel speciaal. Ik stel me nog steeds beschikbaar, ik wil voor Turkije spelen. De trainer is weg, dus misschien krijg ik nu een kans.”
Zaterdag kon Nalbantoglu nog geen revanche nemen. Hij kwam pas in de rust in de ploeg en verloor dus eigenlijk met 2-0. “Helaas. Dat is voetbal. Zij zetten een paar zaken om en toen werd het een tactisch verhaal.”
Tussen zijn relaas door vond de verdediger nog even tijd om zijn broer op de sodemieter te geven. Die was naar het verkeerde Elst (bij Rhenen) gereden en arriveerde pas in de tweede helft. “Ik zei toch Elst bij Nijmegen”, mopperde Nalbantoglu. “Gefeliciteerd, nu heb je twee doelpunten van hun gezien.”
Nou waren die Turkse treffers het aanzien wél waard. Bij het eerste doelpunt kwam Gôkhan Guleg knap voor Patrick Pothuizen en kopte binnen. Ook de 2-2 werd zes minuten voor tijd gemaakt met het hoofd. Ali Bayraktar scoorde en daarmee leerde NEC weer een lesje. De Nijmeegse ploeg scoorde al 24 oefendoelpunten, maar een kopgoal zat daar nog niet tussen.
NEC – Gaziantepspor 2-2 (2-0).
17. Niedzielan 1-0, 29. Grot 2-0, 60. Gûleg 2-1, Bayraktar 2-2.
Opstelling NEC: Babos; Mormon (46. Nalbantoglu), Pothuizen, Ebbinge (46. Wisgerhof), Leiwakabessy; Wielaert, Boutahar (46. Barreto), Van der Doelen; Prent (58. Valencia), Grot, Niedzielan.
Bron: De Gelderlander