Jong NEC heeft nog veel te leren in de eredivisie

Jong NEC maakte gisteravond zijn debuut in de eredivisie. Het beloftenteam van de Nijmeegse profclub verloor in De Goffert met 0 – 3 van Jong FC Twente. Een zwak begin van een jaar vol ‘leermomenten’.


Het is stil aan de overkant. Maar ook aan deze zijde is er weinig lawaai in De Goffert. Daar is geen enkele reden toe, want Jong NEC verschijnt slechts hoogstzelden in de buurt van de Twentse doelman Maikel Visser.


Het is zelfs zo stil dat het vullen van een luchtballon op de Goffertwei duidelijk hoorbaar is. Even later vliegt de ballon langs het stadion naar onbekende hoogten.


De ongeveer 150 toeschouwers bekijken de wedstrijd, maar genieten niet. Daarvoor is het krachtsverschil tussen beide ploegen te groot. Bij de beloften van NEC speelden veel voetballers vorig seizoen nog in de A1. Alsof de overgang van junioren naar senioren al niet moeilijk genoeg is, moeten ze het opnemen tegen geroutineerde profs als Dmitri Shoukov en Karim Touzani. Bij Jong NEC doen ook twee spelers uit de eerste selectie mee, maar van doelman Raymon van Emmerik en verdediger Chamil Mormon slaat bij geen Tukker de schrik in de benen.


Of misschien moet je wel zeggen: ‘bij nog geen Tukker’. Want Jong NEC is in de eerste plaats een opleidingselftal. Geen team om triomfen mee te vieren, maar om als individu in op te vallen. Dat beseft Sven Werkhoven goed. De boomlange centrumverdediger, in de tweede helft als aanvaller actief, mocht eind vorig seizoen even aan volle stadions en het spelen in de ware eredivisie wennen. Dit seizoen speelt hij weer bij de beloften, maar Werkhoven zit daar niet mee.


“Ik ga vol voor mijn kans”, zegt de jonge NEC’er. “Ik train en speel zo goed mogelijk. Hopelijk krijg ik dan een kans bij het eerste. Ik moet er staan, zorgen dat ik er klaar voor ben.”


Wim Rip, trainer van Jong NEC, weet dat de kans die Werkhoven vorig seizoen kreeg niet voor al zijn spelers is weggelegd. Het merendeel van de ploeg zal in de toekomst zijn voetballoopbaan bij een amateurploeg voortzetten. Slechts een enkeling slaagt er in om het voetbalwalhalla (inclussief een vet profcontract) te bereiken.


“Ik benader het van de positieve kant”, zegt Rip met een glimlach. “Er is altijd de kans dat één, twee of misschien wel drie spelers uit deze groep doorstoten naar de eerste selectie. Daar werken ze het hele jaar hard voor. Maar teleurstellingen horen er ook bij.”


Met deze groep heeft Rip een lange weg afgelegd. Als begeleider van de voetbalschool kent hij veel spelers al jaren. “Het gaat nu om het laatste kleine stapje. Daarom is het spelen in de eredivisie zo belangrijk. Het niveau is veel hoger dan vorig jaar in de eerste divisie. Ik ben er blij mee, want daar worden deze jongens alleen maar beter van. Ik kijk niet naar de uitslagen van de wedstrijden, maar of er vooruitgang is. Dat is het belangrijkste. Dit is heel leerzaam voor ze. Zoals de wedstrijd tegen FC Twente een leermoment was. Met Jong FC Twente zal menig eerste divisieclub alle moeite hebben. We zullen tegen de mindere ploegen de punten moeten pakken om er in te blijven. Want handhaven is ons doel dit jaar.”


Drie treffers van de Zwitsers-Angolese Twente-spits Guilherme Afonso zorgen er voor dat de eerste te verdienen punten aan de Nijmegenaren voorbij gaan. Al is het tweede doelpunt, een strafschop na een vermeende overtreding van Werkhoven, een cadeautje van scheidsrechter Teeuwen.


Desondanks is Sven Werkhoven niet ontevreden over de wedstrijd. “We moeten nog wennen aan het niveau. Bij Twente waren ze vaster, dat zit er bij ons nog niet in. We kunnen alleen maar proberen zo scherp mogelijk aan de wedstrijd te beginnen.”


Ook Rip zag lichtpunten bij zijn ploeg. “We hebben geprobeerd te voetballen en zijn niet achteruit gaan lopen. Als je ziet dat invaller Bob Verweij in de verdediging geen fout maakt, dat is toch mooi?”


Of Verweij de volgende keer in de basis staat, is echter de vraag. Rip: “Niemand is zeker van een basisplaats. Daar hebben ik, noch de jongens, moeite mee. Dat weten we allemaal. Ik krijg per week van Cees (Lok, hoofdtrainer NEC, red.) te horen wie er uit het eerste bij ons meedoet. Want het eerste gaat voor, altijd. Met positieve, echte profs als bijvoorbeeld Patrick Pothuizen en Björn van der Doelen erbij maakt het voor de jonge jongens makkelijker. Naast de jongens van het eerste bepalen de trainingen wie er verder in de basis staan bij Jong NEC. Dat is alleen maar een gezonde situatie. En de voetballers die niet in actie komen, daar hebben we vriendschappelijke duels voor.”


Bron: De Gelderlander

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.