NEC-doelman Gabor Babos heeft na twee duels nog geen enkel doelpunt hoeven incasseren. Dat heeft te maken met de kwaliteiten van de Hongaar, maar meer nog met de kracht van de linie vóór hem.
Wie hem vlak na de wedstrijd tegen FC Utrecht op knikken door de catacomben van De Goffert zag strompelen, gaf er geen cent voor. Maar zaterdagavond in Enschede was Jonas Olssen gewoon negentig minuten van de partij. Sterker nog, de lange verdediger speelde ijzersterk en onderstreepte eens temeer dat NEC een gouden slag heeft geslagen met het aantrekken van de Zweedse jeugdinternational. „Na de wedstrijd tegen FC Utrecht zag ik het even niet meer zitten”, vertelde Olsson na afloop van de met 0-1 gewonnen wedstrijd tegen FC Twente. „Mijn knie deed vreselijk pijn, ik vreesde het ernstigste. Gelukkig bleek de blessure mee te vallen, het was slechts een kneuzing. Het gewricht is de afgelopen dagen goed behandeld, ik kan er weer alles mee doen. Alleen als ik er een tik tegenaan krijg, doet het nog zeer. De tape was niet per se nodig, het was vooral een psychologische maatregel.” Olsson vormt een belangrijke schakel in wat dit seizoen NEC’s kroonjuweel lijkt te worden.
Daar waar de ploeg van Cees Lok in aanvallend opzicht wat tekort lijkt te schieten – helemaal als er steeds meer spitsen in de ziekenboeg verdwijnen – maakt de Nijmeegse defensie een bijzonder degelijke en ingespeelde indruk. Zeker, NEC kwam zaterdag na rust een tijdlang flink onder druk te staan, maar veel grote kansen wist FC Twente ook in die fase niet te creëren. En als de nood aan de man kwam, was daar nog altijd doelman Babos die zijn ploeg een paar keer knap op de been hield.
Volgens aanvoerder Peter Wisgerhof had het feit dat NEC na rust werd teruggedrongen veel te maken met het uitvallen van spits Bart van den Eede. Murw gebeukt door de vele lijf-aan-lijf-gevechten met de Zweedse beul Daniël Majstorovic gaf de Belg er kort voor de pauze trekkebenend de brui aan. „De eerste helft was in mijn ogen de beste die we tot nog toe gespeeld hebben”, vond Wisgerhof. „Organisatorisch klopte het en we kregen ook een paar goede kansen. Toen Van den Eede er niet meer bij was, kregen we het moeilijker, ook omdat Twente steeds opportunistischer ging spelen. Bart is voor ons een belangrijke speler. Niet alleen omdat hij de bal voorin vasthoudt, maar ook vanwege zijn coaching. Achterin ben ik degene die het seintje geeft als er druk gezet moet worden, voorin doet hij dat. Na rust was het daardoor een beetje zoeken voor ons.”
Cees Lok beseft inmiddels als geen ander dat zijn elftal dit seizoen rust op een oersolide fundament, want behalve het centrale duo Olsson-Wisgerhof manifesteren ook de vleugelverdedigers Nalbantoglu en Leiwakabessy zich steeds nadrukkelijker. Toch haalde de NEC-trainer zaterdagavond met name zijn captain naar voren. Wisgerhof vocht verbeten duels uit met Twente-spits N’Kufo, maar kwam duidelijk als winnaar uit de strijd. Lok: „Peter schakelt week in, week uit de beste spitsen van Nederland uit. Kuijt, Vennegoor en Koné, ze hebben het afgelopen seizoen geen van allen tegen hem gescoord. Hij kan volgens mij echt uitgroeien tot een topverdediger.” Op weg naar de spelersbus realiseerde Lok zich kennelijk dat het niet verstandig is de dag te prijzen voor de avond gevallen is. „We gaan dit seizoen echt nog wel een paar wedstrijden verliezen”, riep ‘The Legend’ over zijn schouder. Alsof hij daar naar uitkeek.
Bron : De Gelderlander
