Boutahar zit weer lekker in z’n vel

Saïd Boutahar stond de eerste vier wedstrijden in de basis bij NEC, daarna werd hij bankzitter. Bij zijn invalbeurt zaterdagavond tegen ADO Den Haag liet de middenvelder zien dat hij terug is. 


De slechte competitiestart van NEC kostte twee vaste waarden hun plekkie in de Nijmeegse formatie. Rechtsback Muslu Nalbantoglu verdween na een zwakke beurt in de thuiswedstrijd tegen RKC uit beeld. Twee weken later werd Saïd Boutahar op een zijspoor gerangeerd. De sierlijke middenvelder bleef in die periode ver verwijderd van zijn gebruikelijke niveau. Om de stroef draaiende ploeg te helpen, ging hij te veel doen. Hij liep zich uit de naad om het voordurende balverlies (vaak zijn eigen balverlies) goed te maken en kwam aan zijn voornaamst kwaliteit – het opduiken achter de spitsen – nauwelijks meer toe. Bovendien had hij de pech dat NEC met Jasar Takak een speler had aangetrokken die op zijn positie uitstekend uit de voeten kan. Kortom: na de wedstrijd tegen Feyenoord werd Boutahar tweede keus.


„Toch vind ik dat ik toen te snel gepasseerd ben”, zei Boutahar zaterdagavond na zijn geslaagde optreden in het Zuiderpark. „Ik beweer echt niet dat ik in die periode de sterren van de hemel speelde. Je kunt nou eenmaal niet elke week een 8 halen. Zeker niet als je nog zo jong bent als ik. Iedereen heeft wel eens een fase waarin het niet lekker loopt. „Doordat er zo veel blessures waren, draaide de hele ploeg in het begin van de competitie stroef. Maar op een of andere manier valt het bij mij extra op als ik een mindere dag heb. Het gekke was dat ik zelf niet het gevoel had dat ik in een moeilijke periode zat. Op de trainingen ging het van een leien dakje, alleen tijdens de wedstrijden kwam het er niet uit.”


Het was niet de eerste keer dat Boutahar bij NEC genoegen moest nemen met een reserverol. Ook vorig seizoen overkwam hem dat. Maar de Rotterdammer knokte zich toen na een paar weken terug in het elftal, waarna hij in de slotfase van de competitie zelfs uitgroeide tot een van de beste spelers in het team. Een dergelijke comeback staat Cees Lok nu ook voor ogen. „Saïd is een knokker”, vertelde de NEC-trainer in de aanloop naar het duel tegen ADO. „Hij komt altijd sterker terug na een mindere periode. De anderen zullen goed moeten blijven spelen, anders raken zij hun plaatsje kwijt.”


Boutahar kan zich wel vinden in de woorden van zijn coach. „Ik zit de laatste weken weer lekker in m’n vel. Op de trainingen gaat het steeds beter, ik heb met Jong NEC een paar goede wedstrijden gepeeld, ook in de invalbeurt tegen Ajax ging het best redelijk. En vandaag tegen ADO ging het voor mijn gevoel zelfs heel goed. Als ik zo blijf spelen, kan de trainer niet meer om me heen. Al weet ik ook wel dat hij degene is die daarover gaat. „Ik vond dat we voor rust erg slordig en voorspelbaar voetbalden. Volgens mij heb ik er toch wel toe bijgedragen dat het in de tweede helft een stuk beter liep.”


Als meest aanvallende middenvelder was Boutahar zaterdagavond ook betrokken bij het doelpunt van Takak, acht minuten voor het eindsignaal. Zelf kwam hij in het Zuiderpark driemaal in scoringspositie. „Een kans creëerde ik zelf. Ik kapte een tegenstander uit en schoot laag in. De keeper zat er goed bij. Bij de twee andere pogingen had ik een beetje pech. Net op het moment dat ik wilde uithalen, stuitte de bal iets op waardoor ik hem in beide gevallen verkeerd raakte. Jammer, een doelpuntje was leuk geweest. „Al met al zijn we met NEC nu wel aan een goede serie bezig. Dertien punten uit de laatste vijf wedstrijden, daar kun je mee aankomen. Ik denk dat de ploeg dit ook wel verdient. We spelen goed, althans bij vlagen. We hebben nu twee thuiswedstrijden voor de boeg, eerst Willem II, daarna Vitesse. Als we daarin vier punten pakken, kunnen we met vertrouwen de tweede helft van de competitie ingaan.”

Bron: De Gelderlander

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.