Videoband verandert leven Tininho

NEC beschikt komend seizoen over twee ‘De Freitassen’. Behalve Fabian komt deze zomer ook Ronildo Pereira de Freitas naar De Goffert. Oftewel: Tininho. De eerste Braziliaan uit de clubgeschiedenis. “Kiezen voor NEC was eenvoudig.”


NEC’s trainingskamp in Antalya staat dit seizoen nadrukkelijk in het teken van de toekomst.

Mocht Johan Neeskens, die morgen met de clubleiding om de tafel kruipt, inderdaad beslissen zijn Nijmeegse periode te verlengen, dan zal hij te maken krijgen met een selectie die een complete metamorfose ondergaat. Menig speler, onder wie Mike Zonneveld, zal verdwijnen.

Een vervanger is inmiddels gevonden en bivakkeert deze dagen met RBC slechts op vijftien kilometer afstand van zijn toekomstige ploeggenoten. Tininho verkoos een tweejarig contract in De Goffert boven een driejarig in Roosendaal. Dat lijkt volgens de Braziliaan opmerkelijker dan het is.

“Ik heb eigenlijk niet lang na hoeven denken. NEC is gewoon een grotere club dan RBC. Ik ben Roosendaal dankbaar dat ik hier heb mogen spelen nadat ik bij Feyenoord uit beeld was geraakt, maar nu is het tijd voor een stap omhoog. En wie weet meldt zich daarna wel weer een club die nóg hoger speelt. NEC heeft ambities, RBC vooral de pech dat de club elk jaar aan een nieuw elftal moet bouwen. Als er even succes is, verdwijnen de beste spelers. Ook de trainer gaat straks weg. Logisch, maar jammer voor de club.”

Een gesprek met Ronildo Pereira de Freitas maakt duidelijk dat alle wijdverbreide cliché’s over Braziliaanse profs enige nuancering behoeven. Tininho is geen sambavoetballer, heeft geen last van onvoorspelbare nukken en is wars van elke vorm van glamour.

Hij is buiten het veld zelfs opmerkelijk rustig. “Dat ben ik altijd geweest. Waarom zou ik me aan gaan stellen? Waarom zou ik me anders voordoen dan ik ben?”, aldus de Braziliaan die – anders dan menig landgenoot – zijn uiterste best deed zich de Nederlandse taal zo spoedig mogelijk eigen te maken.

“Toen ik op mijn twintigste bij Feyenoord terechtkwam, verbaasde het me dat ik maar één uur in de week Nederlandse les kreeg. Dat vond ik te weinig. Dus ben ik zelf maar in de boeken gedoken. Toch blijft Nederlands moeilijk. Ik zie dat nu terug bij mijn vriendin. Zij is een Braziliaanse en volgt taallessen. Af en toe overhoren we elkaar. Soms zegt ze: ‘Tininho, ik leer het nooit’. Dat heb ik ook zo vaak gedacht.”

Bij terugkeer in zijn geboortestad Montesclaros – ‘zo’n twee keer per jaar’ – verandert Tininho ineens van naam. “Tot mijn veertiende was ik Ronildo. Dat is mijn echte roepnaam. Mijn moeder noemt me nog altijd zo. Tininho is een bijnaam die ik kreeg toen ik bij Portuguesa terecht kwam. Bij die club speelde ook mijn broer Tinho. Hij had nog meer talent dan ik, kwam uit voor het Braziliaanse nationale elftal tot zeventien jaar. Ik was dus al vlot ‘de kleine broer van Tinho’. Oftewel: Tininho. Dat is nooit meer veranderd. Wat er van mijn broer is geworden? Hij brak al vroeg zijn been en daarna is het nooit meer echt goed gekomen.”

De multifunctionele linkspoot leek geboren voor een lange carriere in Brazilie. Maar op zijn twintigste streek Tininho, niet in het minst tot zijn eigen verbazing, neer in Nederland. “Ik werd opgebeld door mijn zaakwaarnemer: ‘Je mag proeftrainingen lopen bij Feyenoord’. Natuurlijk had ik van die club gehoord, al kennen de mensen in Brazilië toch vooral Ajax en PSV. Ik was echt verrast. Ik begreep ’t ook niet goed, maar toen bleek dat mijn zaakwaarnemer een videoband met beelden van mij naar Rotterdam had opgestuurd. Ik wist van niets.”

Dankzij die ene videoband nam Tininho’s leven razendsnel een onverwachte wending. Niet wetende wat hem exact te wachten stond, draaide de bescheiden Braziliaan proef bij Feyenoord. Na twee trainingen had coach Leo Beenhakker genoeg gezien. Tininho mocht blijven.

Maar dan wel als linksback. “En dat was even wennen. In Brazilie was ik altijd een speler die aanvallend dacht. Dat moest ik echt afleren.”

Dat lukte slechts ten dele. Tininho’s eerste Nederlandse jaar was, zoals hij het noemt, ‘geweldig’. De back werd landskampioen. Daarna haalde Feyenoord Tomas Rzasa naar De Kuip. De Pool verdreef de Braziliaan naar de reservebank.

Het voorbije anderhalf seizoen bloeide Tininho, niet geheel toevallig op een meer offensieve positie, bij RBC volledig op. Het leverde hem begin deze maand een overgang naar NEC op. “De mensen in Brazilië kennen NEC niet. Hoewel. Ze weten uiteraard wel wie Johan Neeskens is. In mijn geboorteland zijn nauwelijks mensen te vinden die het WK van 1974, en dan vooral de halve finale tegen Nederland, zijn vergeten.”

Als middenvelder, gelegenheidsback en man achter de spitsen zal Tininho in De Goffert straks inzetbaar zijn. “Ik verwacht dat de supporters van NEC hoge verwachtingen hebben. Toen NEC interesse toonde, heb ik direct bij Juan Viedma, Danny Hesp en Jeffrey Kooistra geinformeerd wat voor een club het is. Ze zeiden allemaal hetzelfde: ‘NEC is een mooie, gezellige club. En Nijmegen een mooie stad’. Ik ga er binnenkort een woning zoeken. De assistent-trainer van RBC, Jeffrey Kooistra, woont ook in Nijmegen. Als hij me ziet, roept hij nu al: ‘hé buurman’.”


Bron: De Gelderlander

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.