Niedzielan: ‘Mijn familie is zelfs bedreigd omdat ik naar NEC ga’

In Polen snappen ze er helemaal niets van en wordt hij bijna verketterd. Na veel ontkenningen gaat een van hun beste spelers alsnog het voor hen onbeduidende Nederlandse NEC. In Nijmegen kunnen ze het ook amper geloven. Andrzej Niedzielan (24) koos niet voor PSV, Hertha BSC of Deportivo La Coruna, maar voor een verblijf in De Goffert. Met een afkoopsom van een miljoen euro en een jaarsalaris van ongeveer zes ton is het de grootste transfer uit de geschiedenis van de club.


Nadat ik mijn handtekening in Nijmegen had gezet onder een contract voor tweeënhalf jaar viel er een zware last van mijn schouders. De laatste weken werd ik heen en weer geslingerd door meningen uit mijn omgeving. “Je bent gek als je naar NEC vertrekt”, vertelde de één. “Misschien toch wel een goede keus”, sprak een ander. Ik wist het niet meer. Mijn hoofd zat vol met tegenstrijdigheden, ik werd echt gek. Veel mensen in Polen begrepen niet dat ik misschien naar een middenmoter in Nederland zou vertrekken. Een club die voor de UEFA Cup verloor van Wisla Kraków, terwijl ikzelf met Dyskobolia Grodzisk nog in de derde ronde zat, nadat we Hertha BSC en Manchester City hadden uitgeschakeld. In Polen speelde ik voor het kampioenschap, hier niet. De laatste weken kreeg ik per dag wel vijftien telefoontjes, van vijftien verschillende mensen. Journalisten, managers, clubs; allemaal wilden ze weten wat ik ging doen. En allemaal hadden ze wel een mening. Maar ik moest uiteindelijk beslissen. Getwijfeld heb ik wel. De ene dag wilde ik graag naar NEC, maar als ik in Polen terugkeerde, werd het me weer moeilijk gemaakt.



Uiteindelijk heb ik mijn vader en moeder om advies gevraagd, maar zij lieten me vrij in mijn keuze. Wat goed is voor mezelf, is volgens hen het beste. Het gaat om mijn toekomst, om mijn leven. En dat was een contract bij NEC. In Polen is dat nu moeilijk te verklaren. Als ik straks terugkeer, zullen ze me daar wel neer willen schieten. Poolse mensen kunnen moeilijk met dat soort zaken omgaan. Zet twee Polen bij elkaar en de één zegt ja en de ander zegt nee. Dan is er altijd één ontevreden. Aan de andere kant interesseert het me ook weer weinig. Daar is de laatste weken te veel voor gebeurd. Fans zijn boos op me, zelfs mijn familie en mijn vriendin worden op het internet belachelijk gemaakt, omdat ik een verkeerde beslissing zou hebben genomen. Ja, er zijn zelfs bedreigingen geweest. Echt belachelijk. Dus veel zin om die mensen nu mijn verhaal te vertellen heb ik niet.




De eerste contacten met NEC dateren van bijna drie weken geleden. Ik sprak met een afvaardiging van de club op Malta. Ze hadden me gevolgd en vertelden me dat ze graag wilden dat ik naar Nijmegen zou komen. Ik kende de club van de wedstrijden die ze had gespeeld tegen Wisla Kraków en van de flitsen die ik zag op Eurosport. En natuurlijk van Johan Neeskens. Dat zo’n grote speler daar nu coach is heeft ook een rol gespeeld in mijn beslissing.



Vervolgens ben ik een keer op bezoek geweest in Nijmegen, waar ik de club, het stadion, de stad en de bekerwedstrijd bij SC Heerenveen heb gezien. De eerste indrukken waren uitstekend: een rustig leven, met vriendelijke mensen. Op een gegeven moment raakten we de weg kwijt met de auto. Nadat we aan een totaal onbekende voorbijganger naar de juiste weg vroegen konden we zo achter hem aanrijden.



Wat me ook aansprak was de manier waarop NEC voetbalde in Heerenveen. Hier verdedigen tegenstanders veelal naar voren toe, wat voor mijn kwaliteiten uitstekend is. Ik ben snel en weet heel goed het juiste moment van de diepte te kiezen. In een gesprek met Neeskens vertelde hij dat er veel vertrouwen in me was. Hij zou in het begin geen grote druk op me leggen, ik kreeg tijd me aan te passen. Dat is ook een van de belangrijkste redenen dat ik voor NEC heb gekozen en niet heb gewacht op een mooi contract bij Hertha BSC, Deportivo La Coruna of PSV. Daar zou de druk nog te groot voor me zijn en de kans op speelminuten kleiner dan in Nijmegen. In Berlijn lag een contract klaar (PSV was ook geintresseerd, maar liet weten geen cash beschikbaar te hebben om Niedzielan te betalen, red.), maar wie zegt dat die club volgend seizoen nog in de Bundesliga speelt? Bovendien rommelt het in Berlijn. Ze hebben net een coach ontslagen en zitten in een moeilijke periode.




Ik ben op mijn zevende begonnen met voetballen bij een amateurclub in Zary, de plaats waar ik ben opgegroeid, dicht tegen de Duitse grens aan. Mijn debuut in het Poolse voetbal maakte ik voor Zaglebie Lubin. Daar ben ik, na een huurperiode bij Odra Opole en Chrobry Glogów, tweeënhalf jaar gebleven, maar een echt succes werd het niet. In 2001 kon ik tot verbazing van de mensen bij Lubin een contract tekenen met Gornik Zabrze, een van de grotere clubs in Polen. In Lubin kwam ik niet aan spelen toe, omdat er veelal vriendjespolitiek in de club werd bedreven. En ik behoorde niet tot de geliefde kring van de voorzitter. Het was allemaal een lachertje. Iedereen vond dat ik moest spelen, maar de preses en de trainer lieten me op de bank of op de tribune zitten. Het jaar erop maakte ik voor Gornik vijftien doelpunten in veertien wedstrijden. Toen heeft de manager van die club 21 voetballen naar Lubin gestuurd als nagekomen transfersom. Een ludieke actie, om te laten zien dat ze het helemaal fout hadden gehad.



Mijn vader heeft een dakdekkerbedrijf, mijn moeder is douanier en ik heb twee oudere broers. Hoewel we voor Poolse begrippen uit de middenklasse kwamen, was het leven moeizaam en soms onrechtvaardig. Er wordt ontzettend hard gewerkt, maar de beloningen zijn nihil. Het land herstelt zich nog van vijftien jaar socialisme, wat diepe sporen in de economie en samenleving heeft achtergelaten. Consumeren is er een probleem. Je kunt niet alles kopen wat je wilt. Ik weet nog goed hoe wij uren en uren in de rij moesten staan bij de slager om één keer in de week vlees op tafel te kunnen krijgen.



Ook het voetbal heeft problemen gehad met de naweeën van de jaren zeventig en tachtig. Toen namen we vaak deel aan grote toernooien en behaalden we zelfs ereplaatsen. Nadat het socialisme verdween en het kapitalisme zijn intrede deed, verdween de hele infrastructuur van het voetbal. Er was geen geld, geen gedegen jeugdopleiding en er waren geen goede stadions. De laatste twee à drie jaar is het langzaam beter gegaan. Enkele rijke Poolse industriëlen bemoeien zich met het voetbal en steken er weer geld in. Nu kijkt Polen meer naar het Westen dan naar het Oosten, Russische invloeden zijn langzaam verdwenen. Ook in het voetbal. Je kunt Poolse spelers eerder vergelijken met Duitsers. We zijn fysiek sterk, kunnen hard lopen en geven niet snel op. Maradona was altijd mijn favoriet, de beste speler aller tijden, groter dan Pelé. Posters van de Argentijn hingen boven mijn bed. Ik wil graag op hem lijken, maar hij is te goed. De enige overeenkomst is misschien dat ook ik linksbenig ben en dat zijn over het algemeen toch creatieve spelers. Zo zie ik mezelf ook. Mijn minpunten als voetballer? Dat vertel ik je niet. Dan weten de trainers en mijn directe tegenstanders meteen hoe ze me moeten aanpakken. Laat ze zelf maar hun huiswerk doen.




Ik heb mijn eigen persoonlijkheid, anders dan de gemiddelde Pool. Ik ben excentriek, hou van aparte kleding en op z’n tijd van de disco en feestjes. Maar dan wel op de tijden dat het kan. Niet iedereen in mijn vaderland accepteert dit gedrag, maar ik vind niet dat het uitmaakt hoe je er uitziet buiten het veld, zolang je maar presteert. En dat heb ik de laatste twee jaar wel gedaan. Ik heb acht interlands gespeeld, waarin ik vier doelpunten heb gemaakt. Zelfs twee in de laatste EK-kwalificatiewedstrijd in Hongarije. We wonnen door mijn doelpunten met 1-2, maar omdat Zweden in eigen huis zijn sportieve plicht niet deed tegen Letland (0-1), misten we alsnog de mogelijkheid ons via de play-offs te kwalificeren. Om eerlijk te zijn had ik er op dat moment niet zoveel moeite mee. Die twee goals waren voor mij het hoogtepunt van mijn carrière en het gevoel van geluk was groter dan het verdriet dat we niet naar Portugal zouden gaan. Ik heb ook met bondscoach Pavel Janas gesproken over mijn overgang naar Nederland. Volgens hem hoef ik me geen zorgen te maken over mijn interlandcarrière, mits ik blijf presteren.


NEC wordt inderdaad mijn zevende club in zeven seizoenen. Het is niet zo dat ik overal problemen heb gehad, eigenlijk alleen bij Lubin. Misschien komt het doordat ik hou van een veranderende omgeving. Ik ben een avonturier, wil graag nieuwe mensen en nieuwe culturen leren kennen. Daarom ben ik ook blij dat ik straks in Nederland mag voetballen. Ik denk dat de maatschappij en de mensen wat opener zijn, dat ze goed kunnen omgaan met mijn persoonlijkheid en dat ik niet op mijn gedrag buiten het veld zal worden afgerekend. Het enige waar ik een beetje angst voor heb is heimwee. Dit is voor het eerst dat ik helemaal alleen naar het buitenland vertrek, maar ik weet zeker dat de club er alles aan zal doen om me op mijn gemak te stellen.


Daarom is het goed dat alle papierwerk zo snel mogelijk wordt geregeld en ik me alleen op het voetbal kan concentreren. Want voordat ik bij NEC mag spelen, moet ik eerst een tewerkstellingsvergunning krijgen. Daarom moet ik ook zo snel mogelijk weer terug naar Polen. Ik mag niet trainen met de pleog en zal in mijn eigen land moeten wachten totdat alle formaliteiten zijn afgerond. Als NEC vertrekt voor het trainingskamp naar Turkije hoop ik me bij de ploeg aan te sluiten. Ik kan me voorstellen dat in Nijmegen de verwachtingen hoog zullen zijn. Ik ben toch de grootste aankoop in de geschiedenis van de club. Ook in Polen zullen ze me met argusogen volgen. Als ik het niet red, zullen de criticasters zeggen dat zij gelijk hadden. Maar mijn antwoord zal volgen op het veld. De doellpunten die ik voor NEC ga maken, spreken voor zich.?


Bron: VI

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.