Hij had erop gehoopt, maar eerlijk gezegd niet meer op gerekend. Arjan Ebbinge, voor wie geen plaats meer was bij Heerenveen, gaat voor drie seizoenen naar NEC.
“Ik omschrijf dit voor mezelf als een toptransfer”, zegt een gelukkige Ebbinge. “Ik wist dat Heerenveen van plan was om me nog een jaar te verhuren. Er was belangstelling van verschillende eerste divisieclubs. Maar nu ga ik zelfs Europa in met een club die hoger is geëindigd dan Heerenveen. Prachtig.”
Arjan Ebbinge wordt bij NEC in het hart van de defensie de opvolger van Danny Hesp. Die erfenis zal zwaar zijn, beseft de geboren Veendammer. “Ik zal misschien even tijd nodig hebben om te wennen. Dat is in mijn carrière eigenlijk nooit anders geweest. Maar ik heb er alle vertrouwen in dat ik van waarde zal zijn. Met de trainer (Johan Neeskens, red.) heb ik inmiddels ook gesproken. Hij heeft dezelfde mening.”
Van NEC weet Ebbinge niet al te veel. “Maar toen ik laatst op De Goffert rondliep, kreeg ik eenzelfde gevoel als destijds bij Heerenveen: ik ga naar een club met ambities. Een club ook waarbij het stadion altijd goed vol zit. Dat sprak me geweldig aan.”
Bij NEC wordt de 28-jarige Ebbinge herenigd met Dennis de Nooijer – met wie hij nog samenspeelde bij Heerenveen – en Patrick Ax. “Die was nog jeugdspeler toen ik bij Groningen zat.”
Arjan Ebbinge mag dan dit seizoen bij Heerenveen op een zijspoor zijn beland, hij kwam in ruim twee Friese seizoenen toch tot veertig wedstrijden, plus vier in de Champions League. “Toen ik overstapte van Veendam naar Heerenveen kwam ik direct in de Champions League terecht, nu in de UEFA Cup. Kan het nog mooier?”
Hoe fraai de transfer voor Ebbinge ook is, vooralsnog wil hij zich vooral richten op de ploeg die hem in maart huurde: Helmond Sport. “Bij die club heb ik me weer in kijker kunnen spelen. We zitten nog in de nacompetitie. Wat zou er mooier zijn dan afscheid nemen met promotie naar de eredivisie.”
Een stap die Ebbinge dus komend seizoen al zeker zal maken. “Het zal moeilijk worden om het seizoen zoals NEC dat nu heeft gekend, te evenaren. Maar we gaan het proberen.”
Bron: De Gelderlander
