De week van…de schoonmaak

Waarschijnlijk was het de afgelopen week in Nijmegen de meest gehoorde en gelezen vaststelling: “Het is tijd voor de grote schoonmaak.”

En er kwam een schoonmaak. Bart van Ingen, Ton van Gaalen en Peter Wisgerhof zijn weg, Edwin de Kruijff, technisch manager, heeft geen zin in een langer verblijf bij NEC en is per 1 juli ook weg. En, oh ja, trainer Hyballa was al weg, en niet te vergeten Ernie Brandts.

De mensen die direct verantwoordelijkheid droegen voor het degradatiedebacle zijn hiermee vertrokken. Verantwoordelijkheid dragen voor de degradatie is overigens niet hetzelfde als schuldig zijn aan de degradatie. De beantwoording van de schuldvraag is veel ingewikkelder. Het zal de meeste supporters ook wel duidelijk zijn dat het vertrek van Van Ingen en Van Gaalen geenszins betekent dat de problemen bij NEC nu zijn opgelost.

NEC heeft een probleem dat veel structureler is dan een enthousiaste trainer die de weg kwijt raakte en een Algemeen Directeur die de controle verloor over het technisch beleid. NEC is in bepaalde opzichten gewoon een hele vervelende club. De laatste beleidsmaker, technisch of anderszins, die met een tevreden gevoel De Goffert uitliep was waarschijnlijk Mario Been, dat was in 2009.

Het probleem van NEC is de afgelopen week meermaals verwoord. Edwin de Kruijff, die een prima technisch directeur voor NEC zou zijn geweest, wil niet bij de club blijven omdat hij NEC een “ingewikkelde club” vindt “waar veel mensen over van alles meepraten” en Jan Sommerdijk van Omroep Gelderland schreef in zijn analyse “Er beslissen heel veel mensen mee over het beleid, maar als het er op aankomt, wordt er alleen maar naar elkaar gewezen” en “Het onderlinge moddergooien is al het hele seizoen bezig en gebeurt vooral off the record en iedereen probeert zijn eigen straatje schoon te vegen”.

NEC in een notendop: een Poolse landdag vol over het paard getilde mannetjes die constant lekken naar de pers.

Het ontbreekt kennelijk aan onderling vertrouwen en wederzijds respect. De manier waarop Rob Alflen is afgeserveerd is daar een goed voorbeeld van. Na uitgebreid voorwerk komt Alflen als meest geschikte kandidaat trainer naar voren. Hij spreekt vervolgens met de Raad van Commissarissen en Marcel Boekhoorn en er wordt een mondeling akkoord bereikt. Bij een fatsoenlijke club is de zaak daarmee beklonken, maar niet bij NEC. Als de komst van Alflen uitlekt blijken zich alsnog mensen (gezegd wordt “investeerders”) tegen de komst van Alflen te verzetten en lekken dit, jawel, direct aan hun perscontacten. Wat je verder ook van Alflen-de-trainer vindt, zo ga je niet mensen om.

De elkaar steeds in de wielen rijdende facties binnen en rond NEC, dat is het echte probleem van onze mooie club. De schoonmaakronde, die deze week heeft plaatsgevonden, is dus vooral cosmetisch en zal structureel weinig oplossen.

Dit probleem moet van tafel, maar hoe?

Een grote bron van onrust vinden we in de hoek van de investeerders. Hoe vaak lezen we niet dat ‘de investeerders’ ergens iets van vinden? Ze hebben bij NEC heel veel invloed en dragen tegelijkertijd nergens direct verantwoordelijkheid voor. Officieel vervullen ze geen enkele bestuurlijke functie binnen de club. Zo zit investeerder Harold Bons in het Technisch Hart, praat daar mee, maar heeft officieel geen stemrecht, verantwoordelijk voor een miskoop is hij dus nooit. De investeerders kunnen van alles doen en roepen, hun eigen agenda’s volgen, zonder er ooit op afgerekend te kunnen worden. Het zijn voor de investeerders altijd ‘anderen’ die er een puinhoop van maken met hún zuurverdiende centen. Dan is het een incompetente algemeen directeur (Jacco Swart), dan een incompetente technisch directeur (Carlos Aalbers e.a.) en dan weer een incompetente trainer (Alex Pastoor e.a.).

Dit probleem kan alleen worden opgelost als de investeerders zo volwassen zijn dat ze hun disfunctioneren inzien en zich voortaan op de achtergrond houden. Het leiden van de club laten ze over aan de professionals. In het meest ideale geval doen zij zelfs afstand van hun aandelen. Of, tweede optie, één investeerder (of een paar investeerders met een gedeelde visie) trekt juist alle verantwoordelijkheid en macht naar zich toe. NEC wordt het project van één man die boven alle partijen staat, de rest volgt of stapt eruit.

Ik ben bang dat beide opties voorlopig niet verder komen dan deze column.

Het meest waarschijnlijke is dat veel bij het oude blijft en de lijn wordt gevolgd die nu door de resten van de Raad van Commissarissen is uitgezet. Zij stellen een Technisch en Algemeen Directeur aan, waarschijnlijk na ruggespraak met de investeerders.

Een nieuwe TD eist hopelijk dat er voortaan geen investeerder meer in het Technisch Hart zit, als het TH al blijft bestaan. De aanstelling van een echte TD en een opgeschoond TH betekenen in vergelijking met de huidige situatie zeker een verbetering. Maar vergeet niet dat we jaren met een volwaardige TD hebben gewerkt en ook toen was het vaak onrustig. Als de positie van de investeerders niet veranderd en het gezwel van onderling wantrouwen en gebrek aan wederzijds respect niet uit de club wordt verwijderd, zullen we steeds opnieuw tegen dezelfde problemen aanlopen.

Om die reden is het ook geen goed idee om Hans van Delft weer meer invloed te geven. De GDL trad onverwacht, grof en zonder enige zelfreflectie naar buiten met forse kritiek op het nu vertrokken management en het gevoerde beleid van de afgelopen jaren. Van Delft heeft NEC ooit gered maar de club vervolgens ook herhaaldelijk terug naar de rand van de afgrond geleid. Hij was het ook die zakenvrienden als investeerders binnenhaalde en de club voor overleving van hen afhankelijk maakte. Van Delft heeft gezag, invloed, een groot netwerk en contacten bij de gemeente, maar ik ben bang dat zijn oplossingen vooral tot meer van hetzelfde zullen leiden. Liever niet dus.

Het is verleidelijk en logisch in tijden van nood steun te zoeken in hoopvol klinkende uitingen als, “tijd voor een grote schoonmaak”, “we komen sterker terug”, “NEC hoort in de Eredivisie” en “dit nooit meer”. Na de vorige degradatie is echter gebleken hoe misleidend dit kan werken. De aangekondigde wederopstanding bleek een wassen neus omdat ook in de Eredivisie nog steeds volop gesaneerd moest worden. De voor overleving noodzakelijk geachte aankoop van het stadion bleek niet haalbaar, omdat er helemaal geen geld was voor een realistisch bod. En de onrust binnen de club, die we al zo goed kenden van de jaren vóór de degradatie bleef ook na de ‘wederopstanding’ gewoon bestaan.

Het beste waar we op dit moment op moeten hopen is dat de RvC een paar capabele directeuren weet te strikken en cowboys als Danny Hoekman buiten de deur houdt. De nieuwe directie komt vervolgens met een plan dat supporters en sponsors voor de komende jaren concrete perspectieven biedt op échte vooruitgang. Promoveren is topprioriteit, maar als er geen plan komt om de club weer structureel Eredivisiewaardig te maken, zullen we er weinig mee opschieten. Dus niet: “we willen graag het stadion kopen”, maar: “voor de start van het nieuwe seizoen is de aankoop van het stadion afgerond, begin januari begint de verbouwing die voor de start van het seizoen 2019-2020 is afgerond”. Doorpakken dus.

Maar welke managers je ook aanstelt en welke plannen zij ook maken, zo lang onrust en gedoe de kop op blijven steken loert altijd de crisis.

Wichard

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.