DTH Awards 2015-2016: De Roestige Drol

De zesde stemronde van de DTH Awards is voor de “Roestige Drol”

(De ‘prijs’ voor de meest nare/negatieve persoon/groep/gebeurtenis van het afgelopen seizoen)

De laatste twee Awards van dit seizoen vormen eigenlijk een soort tweeluik: de Roestige Drol is de uitlaatklep voor de nuilerd in ons allemaal, terwijl de Kwispel Award die als laatste verschijnt juist de mooie en bijzondere aspecten van onze club belicht. Een belangrijk kenmerk van het typisch Nimweegs ‘nuilen’ dat het onderscheidt van het klassieke zeuren en klagen is dat wanneer wij nuilen, wij dat doen uit een gevoel van betrokkenheid. We stellen vermeende misstanden aan de kaak in de hoop dat dit leidt tot positieve actie en een verbetering van de situatie. Omdat het ons aan het hart gaat. We hopen dat de Roestige Drol daarom ook vooral als een aanmoedigingsprijs gezien wordt om volgend seizoen beter voor de dag te komen.

 

De genomineerden zijn:

De Santos soap
Christian Santos werd in de zomer na onze degradatie gratis opgepikt in België, waar hij door blessureleed faalde om een basisplek af te dwingen bij Waasland-Beveren. Een contract voor een seizoen met een optie voor nog een extra jaar leek een veilige gok. Het bleek uiteindelijk een gouden greep. In zijn eerste seizoen bij NEC ontpopte hij zich tot een gewiekste spits die vooral in de tweede seizoenshelft een flinke doelpuntenproduktie had. NEC zit echter financieel erg krap en prestaties op het tweede niveau zijn geen garantie voor succes op het hoogste niveau. De optie voor het tweede seizoen werd dus wel gelicht, maar verdere actie werd uitgesteld aangezien NEC toch al een beoogde eerste spits had: Sjoerd Ars. Ars bleek echter te worstelen met de stap naar de Eredivisie en verliet de club al vroeg in het seizoen. Op het laatste moment werd Mihai Roman nog binnengehaald. Maar het was wederom Santos die naar voren stapte. In een ongekend indrukwekkende eerste seizoenshelft verbaasde hij vriend en vijand met zijn stormachtige progressie en zijn indrukwekkende doelgerichtheid.

Sportief gezien fantastisch natuurlijk voor onze club. Maar financieel gezien gingen er op Goffertplein 1 meteen allerlei alarmbellen af. Santos had immers een aflopend contract en, tenzij een winterse transfer kon worden beklonken, zou hij gratis de deur uitlopen. Terwijl de last-minute aankoop Mihai Roman, waar toch flink voor in de buidel getast was, totaal niet aan de bak kwam. Santos sloeg een hernieuwd aanbod van de club af en zette vervolgens zeer kwaad bloed bij de NEC directie door publiekelijk zijn gelimiteerde transfersom (300.000 euro) bekend te maken. Daarop besloot NEC de spits disciplinair te straffen. Omdat er werd aangenomen dat een vertrek van Santos in de winterstop nu wel zo’n beetje een bekeken zaak was, werd het dubieuze besluit genomen om het disciplinaire karakter van de straf te verhullen en naar de buitenwacht toe te verkondigen dat tot deze uitsluiting besloten was om Roman een kans te geven aangezien die nog geld kon opleveren voor NEC. Deze verklaring van de club werd al snel opgepikt door de landelijke media en die reageerden voorspelbaar genoeg zeer verontwaardigd. Faber, die duidelijk schrok van de ontstane commotie, kon zich niet snel genoeg distantiëren van het clubbeleid (waarover meer hieronder) en bracht de spits al snel weer terug in het elftal.

Toen duidelijk werd dat Santos toch echt niet zou vertrekken en zelf ook geschrokken van alle media-ophef, probeerde NEC alsnog om haar straatje schoon te vegen door haar oorspronkelijke verklaring in te trekken. De reden van de buitensluiting van Santos was opeens toch niet om Roman meer speeltijd te geven, maar omdat Santos normen en waarden overtreden zou hebben. Een nog altijd uiterst vaag bericht dat natuurlijk veel te laat kwam en bovendien duidelijk maakte dat NEC haar achterban onwaarheden liep te verkopen. Het leed was inmiddels al geschied: NEC sloeg landelijk een absolute flater en intern zou het de daarop volgende maanden ook roerig blijven. Een zeer pijnlijke misser die het vertrouwen in een club die beweert transparantie en openheid hoog in het vaandel te hebben een flinke knauw heeft gegeven. Laten we hopen dat ons bestuur geleerd heeft van deze episode: wees gewoon meteen eerlijk en open over wat er speelt, ook als dit geen leuke berichten zijn, want uiteindelijk komen zaken toch wel boven water en dan is de rotzooi er opeens vele malen groter door.

De Ernest Faber soap
Laten we voorop stellen dat Faber het sportief prima gedaan heeft bij onze club. De doelstelling was lijfsbehoud en die doelstelling werd al bizar vroeg in dit seizoen gehaald. Sterker nog, NEC doet gewoon tot in de laatste speelrondes mee in de strijd om de play-off plekken. Niemand had zoiets vooraf ook maar kunnen dromen en Ernest verdient daarvoor ook zeker een flinke pluim.

Helaas waren er naast het sportieve vlak diverse randzaken rond zijn persoon die dit seizoen deden veranderen van een seizoen waarin we met zijn allen de polonaise zouden moeten lopen tot een vervelende en frustrerende soap-opera. Het begon allemaal nog redelijk onschuldig met het uitsluiten van Limbombe vanwege concentratieproblemen door transfergeruchten. Op zich begrijpelijk, maar hoe valt dat te rijmen met het gegeven dat diezelfde coach die dat besluit neemt zelf een half jaar later tijdens de lopende competitie doodleuk een persconferentie zit te houden bij een directe concurrent voor de play-offs omdat hij daar het komend seizoen een baan heeft gescoord? Ook alle ontkenningen vooraf over interesse van andere partijen in zijn persoontje gaven de hele situatie een raar bijsmaakje. Het excuus van Faber voor de snel beklonken overgang was dat FC Groningen “toch een aantal stappen hogerop” is en daarop volgend: “dat zoeken meerdere spelers van NEC ook”. En bedankt Ernest; niet een treetje hogerop, nee, een aantal stappen zelfs. En dan meteen en passant ook insinueren dat meerdere jongens in de selectie weg zouden willen. Niet bepaald de meest nette uitspraak over een club waar je op dat moment gewoon nog onder contract staat. Zelfs al bedoel je het niet zo, dat zijn geen dingen die je zo maar in het openbaar hoort te roepen.

De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat Faber zich op dat moment waarschijnlijk niet al te gelukkig voelde bij onze club vanwege ondermeer alle gezeik rond Christian Santos, waarover hierboven al is bericht. En wellicht dat er daardoor ook wat rancune in zijn commentaren sloop. Maar een beetje zelfreflectie is ook hier toch wel op zijn plaats. Volgens Faber mocht hij Santos namelijk niet opstellen vanwege een beslissing door het Technisch Hart, dat ervan baalde dat Santos zijn gelimiteerde transfersom aan de grote klok had gehangen en nadrukkelijk een transfer probeerde te forceren. In protest stelde Faber Santos uiteindelijk toch op en stapte hij uit het TH. Maar dat is ook meteen de crux: je kunt alleen ergens uitstappen als je er zelf in zit. En voor zover we weten worden beslissingen in het TH unaniem genomen. Iedereen is het ermee eens of niet. Oftewel, Faber zal in eerste instantie (schoorvoetend of niet) ingestemd hebben met deze actie. Sterker nog, hij zei na de wedstrijd tegen De Graafschap zelfs nog in een interview dat hij kon leven met het besluit. Om dan vervolgens, toen de landelijke media er schande van sprak, zich opeens zo nadrukkelijk te distantiëren van het hele gebeuren en meteen ook de communicatielijnen eenzijdig te verbreken door uit het TH te stappen toont toch weinig ruggegraat.

We willen niet alle pijlen eenzijdig op Faber richten, want waar er wordt gevochten zijn er altijd meerdere kampen. De club zelf had zeker in een veel vroegtijdiger stadium al meer duidelijkheid moeten verschaffen over wat er precies aan de hand was, in plaats van eerst met slappe excuses te komen (een uiterst vaag “normen en waarden overschreden” gewauwel) en dan vervolgens die excuses weer in te trekken. Bovendien kun je je naar aanleiding van deze hele soap grote vragen stellen over de samenstelling en het functioneren van dit ‘Technische Hart’, waar bijvoorbeeld ook een partij als Futuralis in zit. Futuralis heeft formeel dan wel geen beslissingsrecht, maar in de praktijk zal hun invloed in een TH dat slechts een beperkt netwerk heeft op sportief vlak toch zeer groot zijn. Daar hoort natuurlijk gewoon een Technisch Directeur of een Technisch Manager boven te staan, iemand met verstand van zaken en primair oog voor het clubbelang. Niet slechts een Algemeen Directeur die, met alle respect, geen man met een gedegen voetbalachtergrond is of een coach die binnen een jaar alweer de deur achter zich dicht trekt. Als dit gedoe één ding heeft duidelijk gemaakt dan is dat hopelijk dat de huidige beleidsstructuur op sportief vlak zeer dringend onder de loep genomen en opgeschoond moet worden.

Maar ook Faber’s rol in dezes was op zijn zachtst gezegd niet helemaal kies. En dat nemen wij hem toch kwalijk. Je kunt het wijten aan de onervarenheid van een eerste hoofdtrainerschap op Eredivisieniveau, met alle extra stress en media-attentie die daarbij komt kijken. Maar dat laat niet onverlet dat Faber sindsdien weinig moeite heeft gedaan om de vieze nasmaak bij vele NEC supporters een beetje weg te spoelen. Dus Ernest: bedankt voor de fantastische sportieve prestaties, maar waarschijnlijk is je vertrek aan het eind van dit seizoen toch voor iedereen het beste. Ongetwijfeld niet het stempel dat je had hopen te drukken op je eerste baan als Eredivisie hoofdcoach. En voor NEC: hopelijk was dit een belangrijk leermoment. Beweren dat je staat voor transparantie en openheid klinkt leuk als alles goed en fijn gaat, maar dan moet je die ambitie in tijden van tegenspoed ook durven hooghouden. Daar is duidelijk nog flink werk aan de winkel voor de komende jaren. Te beginnen met het evalueren van dat veelbesproken ‘Technische Hart’.

De stadion soap
‘Soap’ lijkt een beetje het trend-woord te worden voor dit seizoen. Niet alleen hadden we al de Faber soap en de Santos soap, er was ook nog eens de stadion soap. En deze soap draait nu helaas al een fiks aantal jaren, al is hij nu weer volop actueel. Even een beetje een achtergrond schets voor de oningewijden: de gemeente Nijmegen kocht in 2002 het Goffertstadion van NEC voor 12 miljoen euro. Niet toevallig was dit bedrag grofweg gelijk in formaat aan de accute geldnood die NEC dat jaar bijna de nek om draaide. Overheidssteun voor een voetbalclub? Dat mag toch niet? Inderdaad. En dus werd de aankoop opgezet als een soort van verkapte lening, met het idee dat de gemeente over de lange termijn gezien deze investering weer volledig terug zou krijgen en dus op de keper beschouwd geen geld zou verliezen. Een ‘huurovereenkomst’ werd getekend, waarbij over een looptijd van grofweg 40 jaar de volledige koopsom plus aanvullende kosten (notarissen, opstalrechten, etc), de (zeer schappelijke) gederfde rente over dat bedrag en de ingecalculeerde devaluatie van het stadion zou worden terugverdiend via de ‘huurprijs’. ‘Huur’ in dezes tussen haakjes omdat de huursom niet is gebaseerd op de kwaliteit van het huurobject zelf, maar op de leensom die terugverdiend moet worden. Deze huursom was niet mals, al viel deze voor Eredivisiebegrippen eigenlijk nog best mee in vergelijking met andere clubs, en NEC moest zelf nog altijd het onderhoud bekostigen. Maar in ruil daarvoor werd onze club wel het vege lijf gered, laten we dat vooral niet vergeten.

Een tijd lang bleef het vervolgens stil rond het stadion. Maar na het ‘jubeljaar’ 2008 begon NEC te klagen dat het bestaande contract een wurggreep om de nek betekende voor de club en dat er geen ruimte was voor effectieve exploitatie. In onderling overleg werden diverse acties ondernomen. De huur ging omlaag; de eis voor een financieel onderpand van enkele miljoenen die de gemeente oorspronkelijk had afgedwongen maar waar NEC nooit aan had voldaan verdween stilletjes geheel van tafel; een ambitieus ‘TIP’ plan (een samenwerking van sport clubs en andere gezondheidsdiensten) werd opgezet en vervolgens weer afgeblazen; forse huurachterstanden werden oogluikend toegestaan; en een wat schimmige optie op de Eendracht werd ten gelde gemaakt. Het was een oncomfortabel balanceren op het randje van het toelaatbare door de gemeente.

Maar voor NEC was het nog altijd niet genoeg. Dit seizoen werd er door onze club een nieuwe ultieme poging gewaagd om het stadion terug in eigen beheer te nemen. Het ‘bod’: zes miljoen euro, waarvan de helft in termijnen betaald zou moeten worden, of NEC zou overwegen om te vertrekken uit de Goffert naar een andere lokatie. Puur objectief bekeken is dit eigenlijk een ordinaire afpersingspoging. NEC weet immers dat een lege Goffert voor de gemeente een nutteloze brok cement is. Door die dreiging te gebruiken als pressiemiddel om de gemeente een bod te doen accepteren dat sowieso al twee miljoen lager ligt dan de huidige taxatieprijs is niet echt netjes in onze ogen. Zeker aangezien dat bod is gebaseerd op een geschatte marktwaarde van het stadion, terwijl de hele huursom en de waardebalans voor de gemeente juist gebaseerd zijn op het terugvorderen van het oorspronkelijke reddingsbedrag. Bovendien is de helft van die zes miljoen niet eens direct beschikbaar.

We snappen absoluut dat een definitieve oplossing over het stadion cruciaal is voor de toekomst van NEC en dat, zonder het in eigen beheer hebben van de Goffert, winstgevende exploitatie en daarmee ook de financiële toekomst van de club een lastig verhaal wordt. Maar dit zal toch wel moeten gebeuren in goed overleg met de gemeente en niet met gebruikmaking van dubieuze pressiemiddelen, want dat is de doodsteek voor elke constructieve en volwassen discussie en de toekomstige verhoudingen tussen club en gemeente.

 

Je kunt hieronder je stem uitbrengen op een van deze drie stinkers.

 

Sorry, er zijn geen polls op dit moment.
Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.