Spits zorgt met gelijkmaker dat duel tegen Sparta nog telt.
Wat zeggen ze ook al weer: je speelt zoals je traint. Als Tim Janssen die wijsheid thuis op een tegeltje aan de wand heeft hangen, moet de spits van NEC gisteren met een goed gevoel zijn afgereisd naar Eindhoven, want de Brabantse aanvaller schoot een dag eerder op de training bij het afronden de ene na de andere bal tegen de touwen.
De bekroning bewaarde hij tegen PSV tot de laatste minuut. Terwijl de negen man van de thuisclub al stilletjes genoten van de zevende zege op rij, schoot Janssen een onmogelijke voorzet van de Deen Rommedahl knap binnen: 1-1. „Ik vond het al knap vervelend dat ik nog niet had gescoord”, grijnsde de spits. „In de eerste helft. Dat schot voorlangs. Veel te slap. Die keer dat ik wegdraaide, maar over schoot. Dat waren goede kansen.”
En toen kwam die voorzet van Rommedahl. „Niet eens een echte kans”, analyseerde de afmaker. „Die bal viel voorbij de tweede paal. Er zaten nog een keeper en een verdediger tussen. Maar ik ging er voor en kreeg nog net de onderkant van mijn schoen tegen die bal. Vloog-ie er toch nog in.” Zijn gelijkmaker in de ultieme slotfase betekende dat NEC in de laatste wedstrijd thuis tegen Sparta zicht houdt op de play-offs. „Wij moeten winnen en Vitesse en Utrecht niet. We gaan er voor”, klonk de spits vastberaden.
Bron: De Gelderlander