De 1-0 tegen RKC hakte er flink in bij Patrick Pothuizen, die zaterdag geen moeite deed om zijn diepe teleurstelling te verbergen. Zijn invalbeurt had een kwartiertje geduurd, maar Patrick Pothuizen zat er goed doorheen. De 37-jarige routinier was heen en weer geslingerd tussen verschillende emoties. Eerst was daar de explosie van vreugde toen de verdediger in de ultieme slotfase de gelijkmaker achter RKC-doelman Ohad Levita had gekopt, direct gevolgd door totale ontreddering omdat de Belgische scheidsrechter zijn treffer afkeurde wegens buitenspel.
Het was al bijna een uur na 1-0 nederlaag toen Pothuizen de kleedkamer verliet. De verkwikkende douche had zijn uitwerking gemist. De enorme teleurstelling hing als een klamme deken om de schouders van de oude krijger. De NEC’er slaakte een diepe zucht en staarde in het grote niets. „Ik weet het gewoon even niet”, zei ‘Potje’ net als Peter Wisgerhof twee jaar geleden, toen NEC ook onder de rode streep was gezakt na de nederlaag tegen Willem II. Van pure wanhoop stonden destijds de tranen in de ogen bij de aanvoerder van de Nijmegenaren. Zover liet Pothuizen het zaterdagavond niet komen, maar hij was duidelijk wel geëmotioneerd. „Ik vind het zo ontzettend triest wat er nu gebeurt. Voor de club. Voor de supporters. De laatste jaren hebben we met z’n allen iets opgebouwd. Dat mogen we niet door onze vingers laten glippen. We staan nu zeventiende. Met alle respect, maar dat mag NEC niet gebeuren.”
Bijna had hij er voor gezorgd dat er nog een puntje uit het vuur was gesleept. Maar toen Pothuizen na zijn doeltreffende kopbal juichend onderweg was naar de zijlijn, ontwaarde hij de grensrechter met zijn vlaggetje in de hoogte. „Ik had ook risico genomen door heel scherp te gaan staan. Je weet het nooit. De scheidsrechter had ook niet kunnen fluiten, zo slecht was-ie. Björn Vleminckx had ons voor de wedstrijd al gewaarschuwd. Die man staat in België bekend als een scheids die snel de kaarten trekt.”
De Belgische spits kreeg gelijk. Virant trok maar liefst negen keer geel (twee keer voor RKC’er Hans Mulder), maar Pothuizen zocht de schuld van de nederlaag niet bij de arbiter. „We speelden na rust te gehaast. Rustig blijven. Vanuit je taak spelen. Kansen kregen we genoeg. Dat had ons vertrouwen moeten geven. Maar ik besef ook wel dat zoiets makkelijk gezegd is als je de wedstrijd bekijkt. Ongelooflijk. Zij schieten een keer op goal en het is gelijk een doelpunt.” Hij keek op tegen de komende weken zonder competitievoetbal.
„Het liefst had ik woensdag alweer gespeeld. Nou loop je toch twee weken met zo’n nederlaag rond. Misschien kunnen we een wedstrijdje regelen. Maar dan wel tegen amateurs, hè.” Een flauwe glimlach. „ Sorry. Cynisch grapje”, zei Pothuizen.
Bron: De Gelderlander